dinsdag 23 mei 2017

Plakstrips en brommers


Ooit was de brommer het vervoer middel van Jan met de pet.
Een auto lag ver buiten het bereik van de gewone man. Directeuren reden heilige koeien en Jan met de pet nam de benenwagen, de fiets of als hij erg modern was, de brommer. Meestal een stevig model waarbij de billen van de betreffende en zijn broodtrommel insleten op de buddyseat. 

Zo’n brommer ging naar de gebruiker staan en begon naar hem te ruiken. De tijden waren anders, werkgevers noemde je nooit bij de voornaam maar werden met meneer aangesproken. Langzaam maar zeker kreeg ook Jan met de pet het steeds beter en het eerste volkswagentje kwam in beeld, ook in Nederland nadat Hitler eindelijk de pijp aan Maarten gaf. Straten waren nog altijd leeg en her en der werden de eerste Dafjes gezien. Spelen kon je in die dagen onbezonnen want er was weinig sprake van gevaar vanwege verkeer. Betalen om te parkeren was ondenkbaar. Wie betaalt er nou om te stoppen?

Het is snel gegaan allemaal. We leven in de dagen waarin “armen” voedselpakketjes op komen halen. Nee, niet lopend, op de fiets of met de brommer. Ben je gek. Met de auto natuurlijk. Ook armoede is meegegroeid naar de maatstaf van deze tijd. De levensstandaard is fors omhoog gegaan en velen beseffen niet eens meer dat onze generatie tevreden was met een boterham tevredenheid (zonder beleg of boter dus). Geen Tv, geen vakantiereizen, geen douche, elke dag aardappels met of zonder een piepklein stukje vlees en een sloot jus.

 Geen mobiel, geen internet, geen computer, geen voorbehoedsmiddelen, geen dubbele beglazing. Geen wasmachine, geen wegwerpluiers, geen zacht dubbel gelaagd wc papier, geen maandverbanden met of zonder plak strips, geen tampons, geen condooms, geen vrije seks. Geen werkende moeders, geen sterwit, geen bodyshaver.


Wel ijs op de ramen in de winter, mama de hele dag thuis, een kolenkachel, een kopje thee en lange vingers en paardendekens op bed. Wel je eigen wassen met groene zeep, wel kleding in de wasketel opkoken. Wel haar op je kont, een vloermat voor de deur en kraaiennesten onder je armen. Wel spelletjes doen met elkander, elkaar helpen, je buren goed kennen, kortavonden of tot laat in de avond voor de deur in de straat de laatste roddels bespreken. Een soort facebook dus, maar met echte vrienden en vijanden. Een ban bestond nog niet. Men lelde je in die dagen voor je” harsus” als je lastig deed.