Had een tante in de familie (ze rust in vrede) die de
eigenaardige gewoonte had je bij elke feestgelegenheid je in je nek te
lebberen. Dat zou nog tot
daar zijn, doch naarmate ze ouder werd begon haar
huid om de een of andere reden te ruim om haar hoofd te zitten, zodat ze veel
weghad van een kalkoen. Ook haar stemgeluid vertoonde ernstige overeenkomsten
met het:”Klok, klok, klok-geluid, dat deze pluimveestapel meent moeten
voortbrengen.
Aan kinderen was ze nimmer begonnen omdat mijn oom een
ernstig motorongeluk kreeg in militaire dienst waarbij bij zijn
trouwgereedschap dusdanig beschadigde dat het nog wel een geweer bleef, doch
met laten we zeggen, slechts losse flodders. Oom Janus was een (zoals men
dat placht te zeggen) slapjanus geworden en hij leed er bitter onder. Doch toen
bleek dat de Spaanse vlieg ook geen uitkomst gaf en de Viagra nog niet
uitgevonden, was oom ontroostbaar.
Tante berustte in deze situatie, doch bij elk feestje of
verjaardagspartijtje haalde ze een deel van de schade in door je in je nek te
kussen en zo dicht mogelijk bij je mondhoeken zodat er van een echte tongzoen
geen sprake was, doch het scheelde niet veel. IK zie me nog wel eens liggen in
duistere dromen op de stoel en tante er zo half overheen met al die lellen en
vellen.
Soms vragen mensen mij hoe ik geworden ben die ik ben
geworden? Ik wijs dan altijd naar tante, want iemand moet tenslotte de schuld
hebben, niet waar.
Op haar grafsteen staat geschreven: Ongebruikt retour…