maandag 26 december 2016

Lik me in het verzorgings-tehuis


In het verzorgingstehuis is het warm en gezellig. Overal hangen ballen, kerstgroen en een geur van eten welks over de afdelingen zweeft alsof er een Orang Oetan iets onbehoorlijks heeft zitten uitpersen in een of andere hoek.
Verpleegsters stappen op kippenkluifjes gelijkende kuitjes over de met linoleum bedekte gang en wiegen met hun weelderige billetjes de kamers binnen. De ouderen zijn leeg gepoept en het Norovirus lijkt over.

 Ma lust wel een plakje pitjeskaas dat ze zonder tanden wegmaalt. Zoetigheid wordt door de verpleegster met het lange rode haar en de knokige knietjes afgeraden, zodat ik met stukjes worst, kaas of ander hartigs aan kom zakken.

Ma laat het zich goed smaken en kijkt ondertussen met een half oog televisie die op een of andere zender staat vol reclame. Een dame met turboneusgaten vertelt dat haar leven compleet is veranderd. Ze is nog nooit zo gelukkig geweest en is zo blij dat ze de stap eindelijk gemaakt heeft. Ze staat blij op en slaapt beter, rustiger, gelukkiger. Tja, de Heer gevonden zeker, tis tenslotte kerst! Maar nee! Ze heeft het over een Smart-mop.

 Een soort kruising tussen een poedel en een zwabber die haar hele leven heeft veranderd. Je kunt er je wc mee doen, je tanden poetsen, lastige mensen knuppelen, de vloer schrobben en iets tegen aambeien weg schoffelen. Ze vinden wat uit hoor tegenwoordig!

De corpulente schoonmaakster die niet zou misstaan in een nieuwe aflevering van jurassic world, dreunt nu door de gangen op heipalen gelijkende benen. Ik ben er een beetje bang voor als ik eerlijk ben. Ze heeft van die harde handen, volgens mij.

 Een bebaarde bewoner rijdt in een rolstoel voorbij en roept onafgebroken een zin die klinkt als: ”Lik mijn reet, lik mijn reet.” Omdat dit nu niet echt past bij de sfeer van kerst, lijkt het mij een goed idee de oude dementerende man te groeten met de woorden: ”Een goede kerst ook voor u.”
Even zwijgt hij en kijkt me met waterige ogen aan. Dan zet hij zijn langspeelplaat weer in de groef enkel laat hij het “mijn reet” weg. Lik me, lik me, lik me, lik me,” klinkt het nu over de gangen. Ik ben maar snel weggegaan…