Alle volgers bedankt voor het lezen
en het bezoeken van het weblog. Met ruim 800 bezoekers per dag toch een in een of meer behoeften zijnde kwestie. Soms denk ik er wel eens aan te stoppen met webloggen omdat je tegenwoordig zoveel doet op Facebook. Heb derhalve ook de optie om bezoekers te kunnen laten reageren het hele jaar dicht laten staan. Er gaat al zoveel tijd zitten in het beantwoorden van wat er op Facebook gebeurt.
Ik wens iedereen een geweldig fijn te komen nieuw jaar toe, waarbij Hij wederom centraal staat. Want een nieuw jaar is leeg zonder dat je weet dat de Heer van de tijd met je is.
IK zal dit blog open laten dus wil je iets kwijt, dan kun je het er voor de verandering achterlaten....
zaterdag 31 december 2016
woensdag 28 december 2016
Zwijgend bandje plakken
De zon kust met haar wulpse lippen de horizon oranje/geel. Molenaars rekken zich uit en sloffen in hun lange onderbroeken door de molens in een poging het stof der nacht van het vege lijf te schudden. Meestal lukt het pas als molenaars-vrouwen sterke koffie zetten op een peteroliestel en middels een pruttelpotje droogkoken.
Het is nog doodstil in de Molenwaard als de eenzame fietser nat wordt van de dauw want de morgenstond ontwaakt altijd met consumptie. Een eenzame hond heft zijn poot tegen een scheefstaande lantaarnpaal en dribbelt verder langs het riet. Smienten fluiten in de sloot en als je heel stil bent kun je een ransuil horen krassen nog net voordat hij naar zijn olm vertrekt om weer een gat in de dag te pitten.
Een vrouw met lang haar fietst langs me heen en kijkt angstig naar mij alsof ik van plan ben om iets onzedelijks te presteren. Ik groet haar maar ze zegt niets terug. Niet goed gemutst zeker! Dat komt in de beste families voor. Vandaag maar eens bij de eendenkooi kijken of Arie en Annelies er al zijn.
Dan hete koffie en verder zien we wel hoe zaken lopen.
De vrouw komt lopend met de fiets in de hand terug. Ze heeft een lekke band en kan nu wel praten. Of ik plakkers heb? Ik zwijg, stap op mijn fiets en serveer haar een koekje van eigen “zwijgdeeg” terug en rijd weg. Als je nog niet eens vriendelijk kunt groeten, denk je toch zeker niet dat ik onder je fiets kruip! Ik ben wel gek maar niet goed!
dinsdag 27 december 2016
Een beetje opgeblazen gevoel
Dat is immer mijn deel na de feestdagen. Eet ik dan zoveel of ken ik geen gezonde grenzen? Wel, het is meer dat je uren aan tafel zit en anders eet. Ja ook later eet, waardoor ik uit mijn plezierige ritme geraak. Daarbij zit je de hele dag binnen te plakken iets waar ik van ga stinken ter hoogte van mijn borsthaar, dacht ik.
Beetje misselijk gevoel nu. Vrienden komen en zetten een doos bonbons op tafel dus je neemt er een paar, dat is gezellig.
Familie sleept een reusachtige ijstaart mee en na de nootjes, de koffie, de amandelstaven, het kerstbrood en de port, de patat, de biefstukjes, salade en stokbrood glijdt de ijstaart ijskoud je ingewand binnen. De hele nacht heb je het onbedaarlijk warm en klinkt het in je buikstreek of men er een redelijke burgeroorlog aan het uitvechten is.
De remedie is: flink aan de slag. Stofzuigen, ramen lappen, boodschappen halen en om niet te vergeten vanavond een keer sober eten. Je stikt van de restjes dus een broodje erbij en wat sla en hup, klaar. Feestdagen zijn heerlijk en leuk, doch ik heb meer op met “normaal”…
maandag 26 december 2016
Lik me in het verzorgings-tehuis
In het verzorgingstehuis is het warm en gezellig. Overal hangen ballen, kerstgroen en een geur van eten welks over de afdelingen zweeft alsof er een Orang Oetan iets onbehoorlijks heeft zitten uitpersen in een of andere hoek. Verpleegsters stappen op kippenkluifjes gelijkende kuitjes over de met linoleum bedekte gang en wiegen met hun weelderige billetjes de kamers binnen. De ouderen zijn leeg gepoept en het Norovirus lijkt over.
Ma lust wel een plakje pitjeskaas dat ze zonder tanden wegmaalt. Zoetigheid wordt door de verpleegster met het lange rode haar en de knokige knietjes afgeraden, zodat ik met stukjes worst, kaas of ander hartigs aan kom zakken.
Ma laat het zich goed smaken en kijkt ondertussen met een half oog televisie die op een of andere zender staat vol reclame. Een dame met turboneusgaten vertelt dat haar leven compleet is veranderd. Ze is nog nooit zo gelukkig geweest en is zo blij dat ze de stap eindelijk gemaakt heeft. Ze staat blij op en slaapt beter, rustiger, gelukkiger. Tja, de Heer gevonden zeker, tis tenslotte kerst! Maar nee! Ze heeft het over een Smart-mop.
Een soort kruising tussen een poedel en een zwabber die haar hele leven heeft veranderd. Je kunt er je wc mee doen, je tanden poetsen, lastige mensen knuppelen, de vloer schrobben en iets tegen aambeien weg schoffelen. Ze vinden wat uit hoor tegenwoordig!
De corpulente schoonmaakster die niet zou misstaan in een nieuwe aflevering van jurassic world, dreunt nu door de gangen op heipalen gelijkende benen. Ik ben er een beetje bang voor als ik eerlijk ben. Ze heeft van die harde handen, volgens mij.
Een bebaarde bewoner rijdt in een rolstoel voorbij en roept onafgebroken een zin die klinkt als: ”Lik mijn reet, lik mijn reet.” Omdat dit nu niet echt past bij de sfeer van kerst, lijkt het mij een goed idee de oude dementerende man te groeten met de woorden: ”Een goede kerst ook voor u.”
Even zwijgt hij en kijkt me met waterige ogen aan. Dan zet hij zijn langspeelplaat weer in de groef enkel laat hij het “mijn reet” weg. Lik me, lik me, lik me, lik me,” klinkt het nu over de gangen. Ik ben maar snel weggegaan…
Een soort kruising tussen een poedel en een zwabber die haar hele leven heeft veranderd. Je kunt er je wc mee doen, je tanden poetsen, lastige mensen knuppelen, de vloer schrobben en iets tegen aambeien weg schoffelen. Ze vinden wat uit hoor tegenwoordig!
De corpulente schoonmaakster die niet zou misstaan in een nieuwe aflevering van jurassic world, dreunt nu door de gangen op heipalen gelijkende benen. Ik ben er een beetje bang voor als ik eerlijk ben. Ze heeft van die harde handen, volgens mij.
Een bebaarde bewoner rijdt in een rolstoel voorbij en roept onafgebroken een zin die klinkt als: ”Lik mijn reet, lik mijn reet.” Omdat dit nu niet echt past bij de sfeer van kerst, lijkt het mij een goed idee de oude dementerende man te groeten met de woorden: ”Een goede kerst ook voor u.”
Even zwijgt hij en kijkt me met waterige ogen aan. Dan zet hij zijn langspeelplaat weer in de groef enkel laat hij het “mijn reet” weg. Lik me, lik me, lik me, lik me,” klinkt het nu over de gangen. Ik ben maar snel weggegaan…
zaterdag 24 december 2016
De herdertjes lagen bij nachten
Ik geloof het niet als ik eerlijk ben. Ook in Israël is het rond de decembermaand om te ijsberen dus lijkt het mij nogal bedenkelijk om dan op de open velden te kamperen. Wellicht is het klimaat veranderd de laatste 2000 jaar, dat zou natuurlijk kunnen. Logischer is dat de geboorte van Christus op een heel ander tijdstip geweest is.
Maar om de sfeer van kerst niet te veel te verpesten, zal ik er verder over zwijgen. Waar het om gaat is niet het exacte tijdstip van Zijn komst maar dát Hij kwam. Zonder Jezus is je kerst mis, las ik ooit. Oké, ook zonder Hem kunnen wij een fijne tijd hebben met bomen, ballen en vetgemeste kerstganzen uit de oven. Maar toch is het een schralere vorm van existentie.
erst is voor velen nagenoeg weer het einde van de feestdagen maar voor de christen is het net andersom, het begin van een groot feest dat zal eindigen in de oneindigheid. Goed, tot die tijd zing ik wel mee, dat de herdertjes bij nachten in het veld lagen. Ik glimlach als ik de kerststal zie en nog harder als ik aan de Kerstman met zijn rendieren denk. Folklore is mooi hoor. Zolang we het maar niet aanzien voor het ware goed…..
Een dolle stier
Het leven gelijkt op een draaimolen, zegt het spreekwoord.
Draai je er op mee, dan blijf je zitten. Ga je er tegen in, dan kletter je er
af.
Een aardige vergelijking, doch ik vind het ten dele.
In mijn overtuiging heeft het leven veel meer weg van een
soort rodeo. Je probeert zo goed mogelijk om in het zadel te blijven, terwijl
anderen op de knoppen drukken in de hoop je te zien kletteren. Nou ja, dat is
wellicht te kras en negatief gedacht, maar toch…
U was toch niet in de veronderstelling dat u de controle
heeft over uw leven? Dat u in staat bent uw komen en gaan aan te sturen? Ik wil
u niet ontmoedigen hoor, maar het leven op aarde is te complex en zit vol met
momenten waarop blijkt dat controle juist het element is wat wij missen als het
er op aan komt.
Het is en blijft een strijd, meen ik. Er is weinig sprake
van lekker zitten en meedraaien met de molen. Nee, het is een intense
inspanning om op je paard (stier) te blijven want het leven maakt vreemde
bokkensprongen. Naar links, naar rechts, op en neer en vaak onverwachte
maneuvers die je uit het levenszadel proberen te wippen.
De schoolopleiding, je werk, je collega’s, de kerk, je
gezondheid, verliefdheden, je huwelijk, je kinderen je….Allemaal zaken die niet
gezapig hun rondje draaien. Wel nee! Ze overvallen je, zetten je klem, laten je
stuiteren, winden je op, stellen teleur, maken je verdrietig of blij en laten
je op je plaat gaan als je de teugels even laat vieren. Je moet strijden,
vechten, knokken, vasthouden, geloven, vertrouwen. Het gaat heus allemaal niet
van een leien dakje. Wen er maar aan. Nix op een draaimolen gezellig rondjes
draaien met de muziek mee. Een dolle stier die er alles aan doet om je uit het
zadel te wippen, komt dichter in de buurt…
donderdag 22 december 2016
De kerk is Gods huis niet
Natuurlijk moeten wij het Huis van God (de kerk) niet vergeten. Zeker niet rond deze dagen waarin de kerststal in menig huis centraal staat.
En dat terwijl er nergens in de Bijbel staat dat het kindje in de stal werd geboren. Ik vind dit "Huis" van de Schepper (de kerk op Gouderak) zo sfeervol dat ik denk dat hij hier ook wel eens getoont mag worden.
Zo niet dan hup weg ermee! Ik houd van de kleuren en het groen dat in meninge kerk het plafond kleurt. Sommige mensen beweren dat groen niet snel door houtwormen en ander gespuis wat hout aantast, wordt aangevreten. Of dit waar is? In ieder geval zijn veel kerken voorzien van een groen plafond....
Hoewel het echte huis van God nimmer een gebouw is dat door mensen is gemaakt. Zijn echte huis is uw hart. Als Hij moet kiezen om al de kerkgebouwen in de wereld om te ruilen voor één kinderhartje, dan zou Hij dat meteen doen. Daarom schiet ik altijd in de lach als ik voorgangers hoor beweren dat God in het kerkgebouw woont. Grote ONZIN!
Hoewel het echte huis van God nimmer een gebouw is dat door mensen is gemaakt. Zijn echte huis is uw hart. Als Hij moet kiezen om al de kerkgebouwen in de wereld om te ruilen voor één kinderhartje, dan zou Hij dat meteen doen. Daarom schiet ik altijd in de lach als ik voorgangers hoor beweren dat God in het kerkgebouw woont. Grote ONZIN!
woensdag 21 december 2016
Bijna Kerst
dinsdag 20 december 2016
Hup, ouwe gooi je benen in de hoogte
Ma giert van de lach als ik dat roep zodra ik binnenkom. Het noro-virus heerst op de afdeling zodat in al de kamertjes oude mannen en vrouwen
zitten te poepen en te spugen. Niet zo leuk en de afdeling wordt op die manier gedompeld in een zware damp die je normaliter op een boerderij aantreft.
Je moet eerst je handen wassen in een alcohol-oplossing en ook als je de afdeling verlaat, moet je even je kluiven wassen omdat het virus erg besmettelijk is. Aldus de leuke dames van de verpleging die in de zweem van ontlastingsdampen een beetje misplaatst zijn. Zulke dames behoren in je dromen te rennen met de geur van wilde limoenen over een onbewoond subtropisch eiland. En jij er dan maar achteraan met je grijze borsthaar en spillebenen.
Maar de helse geur zet een domper op dromen dus lachen ma en ik wat. Humor is bij ma niet door de dementie aangetast. En dat is fijn want lachen schept ruimte in je ziel. De Bijbel zegt dat lachen niets uitwerkt. (prediker). Mag ik het daar eigenwijs mee oneens zijn! Zonder humor zou het leven een stuk minder leuk zijn, me dunkt. Ma weet weinig meer. Er is geen sprake meer van interactie. Behalve bij humor. Dus braad ik daar als een volleerd komiek, het beste van uit de boter.
Door een kier van de gedeelde wc tussen moeders kamer en de aangrenzende, zie ik een man op toilet zitten. Hij zit ernstig starende tussen zijn benen met een blik van uiterste verbazing op zijn gezicht of hij wil zeggen: wat heb ik daar nu aan mijn vege lijf hangen?
Het gelijkt op een nat gekauwde sigaar van de mollenvanger. Ik sluit zachtjes de kierende deur.
Ik ren door de kamer met een enorme teddybeer op mijn schouders en dans een Samba. Nou ja, ik doe een poging in die richting. Rand de beer aan en laat een wind. Alles om moeder even te horen lachen wat gelukt. Ma lacht haar tandeloze mond bloot en kotst vervolgens alles onder.
Nou dat was weer feest allemaal. Ik schuif schuldig naar de verpleging die alles weer in orde maakt. Toch knap van die leuke meiden dat ze zulk werk doen. Ga er maar aanstaan. Een afdeling vol brakende en poepende ouden van dagen. Ik bewonder ze en heb een hekel aan ze. Een vreemde combi die voorkomt uit de gekke situaties die een demente moeder nu eenmaal oplevert. De verpleging wrijft het er als het ware extra in dat de moeder die ma ooit was, voor altijd is vertrokken…
Door een kier van de gedeelde wc tussen moeders kamer en de aangrenzende, zie ik een man op toilet zitten. Hij zit ernstig starende tussen zijn benen met een blik van uiterste verbazing op zijn gezicht of hij wil zeggen: wat heb ik daar nu aan mijn vege lijf hangen?
Het gelijkt op een nat gekauwde sigaar van de mollenvanger. Ik sluit zachtjes de kierende deur.
Ik ren door de kamer met een enorme teddybeer op mijn schouders en dans een Samba. Nou ja, ik doe een poging in die richting. Rand de beer aan en laat een wind. Alles om moeder even te horen lachen wat gelukt. Ma lacht haar tandeloze mond bloot en kotst vervolgens alles onder.
Nou dat was weer feest allemaal. Ik schuif schuldig naar de verpleging die alles weer in orde maakt. Toch knap van die leuke meiden dat ze zulk werk doen. Ga er maar aanstaan. Een afdeling vol brakende en poepende ouden van dagen. Ik bewonder ze en heb een hekel aan ze. Een vreemde combi die voorkomt uit de gekke situaties die een demente moeder nu eenmaal oplevert. De verpleging wrijft het er als het ware extra in dat de moeder die ma ooit was, voor altijd is vertrokken…
Je had elkaar
Gek genoeg ben ik te stom om een telefoonnummer snel te onthouden of als iemand zich voorstelt ben ik op het moment dat ik de naam te horen krijg hem al weer kwijt, maar ik herinner mij wel dat ik mijn eerste stapjes maakte. Onmogelijk, zeggen velen. Toch weet ik nog precies dat ik me aan het oude dressoir op kon trekken en leerde staan en lopen. Enkel stootte ik mijn hersens tegen de sleutel die een put in mijn hoofd naliet.
Als ik zie hoe onwijs goed wij het nu hebben, dan kan ik niet anders zeggen dan dat we een redelijk decadent leven lijden. Bij ons thuis stond een tafel met zes stoelen, een oud bankstel, een dressoir en een brok linnenkast (midden in de woonkamer) en niet te vergeten een flipperkast.
Een flipperkast? Ja, dat was een idee van mijn vader. Die kocht om het jaar een verse oude flipperkast dus u begrijpt dat wij de hele dag stonden te kleunen. Verslavend, dat wel. Ik kan mijzelf ook niet geheel losmaken van het idee dat het dreunen, dat zo’n flipperkast nu eenmaal doet, ook via de vloer aan de buren door werd gegeven. Maar ze klaagden niet, men kon vroeger meer van elkaar hebben.
Je mocht ook meer. Vuurtje stoken op je eigen terrein, pissen tegen een boom, je auto op straat wassen, een biertje op straat, enfin het was leven en laten leven.
De buurt stond de halve zomer voor de deur te hangen. Niet dat aso-gedoe hoor, met bankstellen voor de deur, maar gewoon volks. Samen een biertje. “Peet pak jij eens zes flesjes bier uit de koeling.” En dan maar kletsen voor de deur. Beurzen noemde men dat. Of als je grof wilde zijn “lulbeurzen”.
De laatste roddels doorgeven. Roken, biertje, lachen. Lag je als kind dan op bed dan klonk het vertrouwd dat praten en lachen voor de deur. Het hoorde er zo bij en gaf je een gevoel van veiligheid. Het is juist dát gevoel wat Nederland grotendeels is kwijtgeraakt in deze moderne tijd. Ooit kon je van elkaar op aan. Gingen buren met elkaar vissen, hielpen elkaar behangen en konden elkaar van naam. Ik kan nu bijna nog de gehele straat opnoemen wie er woonden. Kom daar eens op in deze moderne tijd! Zeker in de grote steden weet vaak geen hond meer wie er naast hem of haar woont. Toch een gemis. Je had toen geen burgerwacht. Dat was niet nodig want je had elkaar……
De buurt stond de halve zomer voor de deur te hangen. Niet dat aso-gedoe hoor, met bankstellen voor de deur, maar gewoon volks. Samen een biertje. “Peet pak jij eens zes flesjes bier uit de koeling.” En dan maar kletsen voor de deur. Beurzen noemde men dat. Of als je grof wilde zijn “lulbeurzen”.
De laatste roddels doorgeven. Roken, biertje, lachen. Lag je als kind dan op bed dan klonk het vertrouwd dat praten en lachen voor de deur. Het hoorde er zo bij en gaf je een gevoel van veiligheid. Het is juist dát gevoel wat Nederland grotendeels is kwijtgeraakt in deze moderne tijd. Ooit kon je van elkaar op aan. Gingen buren met elkaar vissen, hielpen elkaar behangen en konden elkaar van naam. Ik kan nu bijna nog de gehele straat opnoemen wie er woonden. Kom daar eens op in deze moderne tijd! Zeker in de grote steden weet vaak geen hond meer wie er naast hem of haar woont. Toch een gemis. Je had toen geen burgerwacht. Dat was niet nodig want je had elkaar……
maandag 19 december 2016
Uw naaste als uzelf
Ik keek omhoog toen ik langsreed op de fiets en zag ze weer zitten. Twee heel oude vrouwtjes van respectabele leeftijd. Ze zitten er altijd voor het raam en kijken op je neer. Ze wuiven naar me met verdorde handen en ik wuif lief terug.
Ooit werden ze bemind, kusten vol overgave hun echtgenoot en hadden trappelende kindervoetjes op hun nu verdroogde schoot. Alles gaat over.
In het voorjaar schuiven ze soms het oude raam een stukje open
zeker als het tropisch warm is buiten. Er komt dan een typische oude mensen
geur uit de woning die het midden houdt tussen vergeelde kranten, spruitjes en
een dood reptiel dat ergens tussen een spouwmuur zachtjes ligt te ontbinden.
Hun stemmen gelijken op vogeltjes. Hoog, schel en hees. Een van hen torst een
op een reusachtige suikerspin gelijkende haardos terwijl de ander met altijd
aan een champignon doet denken. Een dun nekje met een witte toef bovenop.
Ze gelijken ook op twee uilen die de ganse dag kijken,
loeren en koekjes eten. Hoewel uilen dat laatste niet doen, komt het woord
“koekeloeren” toch op hun credo. Of kan ik ze dan beter vergelijken met grijze
lieve duifjes?
Ik mag ze wel die oude besjes en ben ze in gedachten tante Stien
en oma Oortje gaan noemen. Ik hoop dat ze mij een keer naar boven noden op de
slappe thee, want in ben een nieuwsgierige natuur. Maar vooralsnog blijft het
bij vriendelijke knikjes en wuiven. Een vorm van contact die de meeste
kerkgangers ook aan de dag leggen tegenover andere gemeenteleden. Weet niet of
dit nu wel is wat Jezus Christus bedoelde toen Hij sprak: ”Aan de liefde tussen
uw lieden, zal de wereld u herkennen.”
Misschien toch weer een verdraaide vertaalfout die zomaar in
het woord Gods kan sluipen. Wellicht staat er in de grondtekst: ”Aan het
vriendelijke knikken en uw “goedemorgen” in de kerk, zal de wereld u als Mijn
kinderen herkennen. Geloven is simpeler dan ik eerst dacht. Je hoeft enkel maar
te knikken en je bent er af. Wil je het helemaal kerks doen dan is een:”Goede
zondag” fluisteren na de dienst aan te bevelen. Zo, dat was weer een samenkomst
waar de Heer en de liefde onderling centraal stond. Ahum!
Heb er even over nagedacht om de twee oude meisjes uit te
nodigen op eerste kerstdag. Maar we zitten al vol nieuwe mensen die we dit jaar
pas hebben leren kennen. Een onbekende leuke man die altijd de krant komt
bezorgen en een lief stel mensen van onze leeftijd, een aardige alleenstaande
vrouw die we ook niet goed kennen en nog wat onbekende mensen. Misschien kunnen
tante Stien en oma Oortje er nog net bij. We zullen zien….
vrijdag 16 december 2016
Prikken
Toen ik op 15 jarige leeftijd begon te werken, gingen de eerste vutters er net uit. Stokoude mannen die al bijna dood waren. Nou ja, zo kijk je als 15 jarige nu eenmaal aan tegen mensen van 57 jaar. Ze waren klaar met werken en konden uittreden.
Als ik begon te rekenen duizelde het mij want ik zou nog 42 jaar moeten werken voordat ik mocht stoppen.
Steenkamer meubels in Gouda. Er stond een grote prikklok “BAM!” waar je bij het binnengaan je kaartje moest pakken en “Bam” verplicht was te klokken, “Bam”. Ook bij het weer op huis aangaan diende er “Bam”, geklokt te worden. Kaartje erin en met die hendel of later ging dat automatisch en werd er “Bam” een tijdsstempel op je kaart gedrukt. Was je een paar keer een minuut te laat dan ging dat van je loon af. “BAAAAMM!!!
Om tien over zeven ging er een luid klinkende hoorn door het bedrijf die wilde zeggen: ”Naar je werkbank slaven ”en ander gepeupel.”
Daar ging je dan vanuit de kantine naar je werkbank. Een lange stoet van arbeidersvolk onderweg naar hun welverdiende pensioen. Bij je werkbank aangekomen ging er weer een luid hoornsignaal dat wilde zeggen:” Op uw plaatsen, klaar, af en nu werken met je luie donder.”
Pas als na uren de hoorn weer klonk was het pauze en kon je even ontsnappen aan het werkritme. Je stond de hele dag schuurstof en lakdampen in te ademen en in een adembenemend lawaai (zonder oordoppen). Later in de bouw kwamen daar steenwol en glaswol bij voor je longen, welks nog gevaarlijker zijn dan asbest.
Als dank voor gedane arbeid krijg je er nu lekker 12 jaar extra werk bij. Zo doet men dat in Nederland. Gelukkig wisten de mensen in de dagen dat ik begon met werken nog niet dat ze geen 42 doch 52 jaar moesten werken in de toekomst. Zulke info haalt de”vut” er wel uit!
Als extra bonus kan men nu euthanasie krijgen. Een hype die het volk als een worst wordt toegeworpen. Je bent oud en van weinig nut meer dus je mag nu (eindelijk) zelf je dagen invullen en kunt nu gerust letterlijk en figuurlijk sterven. Wat mij dan het meest verbaast is dat het volk het recht om te sterven dan nog omarmen wil ook. Alsof je als mens dát recht nimmer gehad hebt. Wie zich een klein beetje durft verdiepen in de medische wereld weet toch dat men al heel, heel, heel lang mensen die ondragelijk lijden voorzichtig helpt om over het lijden heen te komen. Steeds iets meer, tot je (met een lief woord) inslaapt. Niets nieuws onder de zon, dus waarom die druk op euthanasie?
Daar ging je dan vanuit de kantine naar je werkbank. Een lange stoet van arbeidersvolk onderweg naar hun welverdiende pensioen. Bij je werkbank aangekomen ging er weer een luid hoornsignaal dat wilde zeggen:” Op uw plaatsen, klaar, af en nu werken met je luie donder.”
Pas als na uren de hoorn weer klonk was het pauze en kon je even ontsnappen aan het werkritme. Je stond de hele dag schuurstof en lakdampen in te ademen en in een adembenemend lawaai (zonder oordoppen). Later in de bouw kwamen daar steenwol en glaswol bij voor je longen, welks nog gevaarlijker zijn dan asbest.
Als dank voor gedane arbeid krijg je er nu lekker 12 jaar extra werk bij. Zo doet men dat in Nederland. Gelukkig wisten de mensen in de dagen dat ik begon met werken nog niet dat ze geen 42 doch 52 jaar moesten werken in de toekomst. Zulke info haalt de”vut” er wel uit!
Als extra bonus kan men nu euthanasie krijgen. Een hype die het volk als een worst wordt toegeworpen. Je bent oud en van weinig nut meer dus je mag nu (eindelijk) zelf je dagen invullen en kunt nu gerust letterlijk en figuurlijk sterven. Wat mij dan het meest verbaast is dat het volk het recht om te sterven dan nog omarmen wil ook. Alsof je als mens dát recht nimmer gehad hebt. Wie zich een klein beetje durft verdiepen in de medische wereld weet toch dat men al heel, heel, heel lang mensen die ondragelijk lijden voorzichtig helpt om over het lijden heen te komen. Steeds iets meer, tot je (met een lief woord) inslaapt. Niets nieuws onder de zon, dus waarom die druk op euthanasie?
Napraten
Hoe gemakkelijk praten wij anderen na of leunen volkomen op wat derden beweren en geloven. De dokter zal het wel weten, hij leerde er immers voor. De dominee zegt het dus dan moet het wel kloppen. De overheid (regeringsleiders) zijn er voor, dus moet het wel oké zijn.
Hoe gemakkelijk om zonder zelf na te denken en een mening te vormen op grond van wat anderen vinden wat waar is. Hoeveel van de mensheid durft een echte eigen mening te vormen?
Had een collega die imme...r op de zelfde politieke partij stemde omdat zijn vader dat ook deed, aldus hij. Hij dacht niet verder na of het politieke gedachtegoed wel strookte met de waarheid. Hij was trouw aan zijn partij en hij was er verder van af. Makkelijk toch! Dat “zijn” partij een gedachtegoed aanhing die aangaf dat ze de koers 100 graden hadden verzet, speelde geen rol. Hij was trouw.
In de kerk proef ik deze kronkel ook vaak. Men knikt als het verwacht wordt en verder klaar. Zelf onderzoeken of wat geleerd wordt wel waarheid bevat is voor velen een brug te ver. De voorganger heeft ervoor geleerd dus wij behoeven enkel maar te luisteren naar wat hij beweert. Als je maar trouw bent (in de kerkgang) komt het goed, zo lijken velen te vinden.
In al die maanden welke ik ziek in het ziekenhuis heb gelegen verbaasde ik mij wederom in het blinde vertrouwen dat veel mensen aan de dag leggen tegenover een arts. “Ja dokter, nee dokter. Ja, dokter haalt u mijn been er maar af als u denkt dat dit beter voor mij is. Ja, goed dokter ik slik die medicijnen wel want u zegt het. Blind vertrouwen.
Soms vraag ik mij wel eens af of wij ons niet veel te gemakkelijk afmaken van belangrijke zaken in het leven. Later als we voor de Schepper komen staan (mocht u daar nog geloof aan hechten) kunnen wij ons niet verantwoorden door te zeggen: ”Ja maar God, de dominee, de dokter, de president of erger nog, mijn vrouw zei dat het zo hoorde en zo moest gebeuren.” Ben zo bang dat Hij zal antwoorden: ”Maar wat heb je met je eigen mening gedaan?” Wat heb je met je eigen ontwikkeling gedaan en de wijsheid die ik jou geschonken heb?”
“Ja, maar God die dominee zei, de dokter zei, de president zei, mijn werkgever zei, mijn vrouw zei.”
“Allemaal mooi maar wat zeg jij? Waarom ben je zo gemakkelijk meegegaan in wat andere beweren zonder zelf ernstig onderzoek te plegen of op zijn minst eens heel diep na te denken over dergelijke zaken?”
In al die maanden welke ik ziek in het ziekenhuis heb gelegen verbaasde ik mij wederom in het blinde vertrouwen dat veel mensen aan de dag leggen tegenover een arts. “Ja dokter, nee dokter. Ja, dokter haalt u mijn been er maar af als u denkt dat dit beter voor mij is. Ja, goed dokter ik slik die medicijnen wel want u zegt het. Blind vertrouwen.
Soms vraag ik mij wel eens af of wij ons niet veel te gemakkelijk afmaken van belangrijke zaken in het leven. Later als we voor de Schepper komen staan (mocht u daar nog geloof aan hechten) kunnen wij ons niet verantwoorden door te zeggen: ”Ja maar God, de dominee, de dokter, de president of erger nog, mijn vrouw zei dat het zo hoorde en zo moest gebeuren.” Ben zo bang dat Hij zal antwoorden: ”Maar wat heb je met je eigen mening gedaan?” Wat heb je met je eigen ontwikkeling gedaan en de wijsheid die ik jou geschonken heb?”
“Ja, maar God die dominee zei, de dokter zei, de president zei, mijn werkgever zei, mijn vrouw zei.”
“Allemaal mooi maar wat zeg jij? Waarom ben je zo gemakkelijk meegegaan in wat andere beweren zonder zelf ernstig onderzoek te plegen of op zijn minst eens heel diep na te denken over dergelijke zaken?”
woensdag 14 december 2016
Niet zeiken
Een van de mooiste dingen die mensen kunnen doen is elkaar vergeven.
We maken allemaal fouten dus laten we nu niet verder lopen zeiken en verder gaan.
Zeker met deze feestdagen is het goed om jezelf eens af te vragen of we niet de ander de hand moeten schudden en ophouden met het eeuwige gezeik.
Of je moet menen dat jij het gelijk volkomen aan je kant hebt. Ik voor mij meen dat volkomen gelijk hebben geen enkel mens toebehoort. Alles is ten dele, ook ons gelijk hebben. Nou dan....
Zeker met deze feestdagen is het goed om jezelf eens af te vragen of we niet de ander de hand moeten schudden en ophouden met het eeuwige gezeik.
Of je moet menen dat jij het gelijk volkomen aan je kant hebt. Ik voor mij meen dat volkomen gelijk hebben geen enkel mens toebehoort. Alles is ten dele, ook ons gelijk hebben. Nou dan....
zondag 11 december 2016
“Lekker bekken”
Schreef het mooie wulpse meisje met vaste hand op het bord bij de viskar. Ik vroeg wat het moest kosten om eens lekker te bekken? Ze keek me aan en zei:”ze gaan per stuk.” Vroeg haar of die van haar echt lekker waren? Ze vertelde dat ze heerlijk waren. Bovenal groot en lekker warm.
Aangezien mijn vrouw er ook bij was, zag ik er van af, hoewel een man af en toe behoefte heeft om eens lekker te bekken. Zeker als het van die warme zijn. Vertelde haar dat ze de twee woorden beter aan elkaar kon schrijven om misverstanden te voorkomen. Ze begreep me niet en ik bestelde maar een zak kibbeling. Ze keek me lang en wulps na vanuit de kar. Haar lippenstift in de kleur rood bevestigde eens te meer dat het best lekker bekken moet zijn, daar aan die kar, maar ja, je vrouw slaat je een blauw oog en dan, ik word te oud om echt lekker te bekken. Je gaat er van lieverlede zo bij kwijlen. Oh, u niet! Nou, daar hoor ik van op dan. Geloof mij, dat komt nog….
zaterdag 10 december 2016
De ontploffende boxershorts
Ik heb een hekel aan gierige mensen. Ik zeg het maar recht voor uw raap, dan hebben we dat vast gehad. Had ooit een vriend die zo gierig was
dat hij zijn kleding tot op de draad opdroeg. Nu bewonder ik zuinigheid, maar zodra het omslaat in zuivere gierigheid word ik onpasselijk. We zouden gaan zwemmen in de Lek en ik zie hem nog met een noodgang in zijn shorts die rivier induiken.
Er schoot een luchtbel in zijn shorts waarvan de stof volkomen verteerd bleek en ontplofte door deze actie. Enkel het elastiek zat nog om zijn middel en wat vellen voor de minder edele delen toen hij uit het water kwam. Eigen schuld!
Hier staat de koffie altijd klaar en zo niet dan zetten we hem gewoon weer als er gasten komen. Of de man van de krant, of de vrouw van de boterletter verkoop, de oudere man van het jaarlijkse krentenbrood of weet ik veel wie aan de deur komt, ze zijn welkom.
Hier staat de koffie altijd klaar en zo niet dan zetten we hem gewoon weer als er gasten komen. Of de man van de krant, of de vrouw van de boterletter verkoop, de oudere man van het jaarlijkse krentenbrood of weet ik veel wie aan de deur komt, ze zijn welkom.
Dat is meen ik sociaal. Bij veel mensen wordt men aan de deur gehouden. Je komt er niet eens binnen. Behalve als er middels een agenda een afspraak wordt gemaakt. Had ook zo’n vriend. Zat elke week wel twee keer bij mij wijntjes te slurpen, koffie te leuten etc. Ging je naar hem toe dan werd je aan de deur afgepoeierd. Zulke “vrienden” heb ik stuk voor stuk een fikse trap onder hun berekende kont gegeven.
Ken er ook die het hun geestelijke plicht vonden je te ontvangen. Kringleiders, heet dat. Kwam je op de twee wekelijkse kring dan waren ze poeslief en kwam je buiten dit bezoek om dan kwam je niet verder dan de voordeur. Ze hadden het dan te druk met tv kijken of iets anders wat belangrijk was.
Gelukkig zijn er ook mensen waar je altijd kunt binnenlopen. Hun deur is altijd open en de koffie bruin. Mensen die wat komen brengen. Fijn om zulke mensen te kennen, je voelt je welkom. Ze zijn echt. Je moet ze vaak zoeken met een lampje maar als je ze vindt weet je je welkom. Bedankt mensen.
Gelukkig zijn er ook mensen waar je altijd kunt binnenlopen. Hun deur is altijd open en de koffie bruin. Mensen die wat komen brengen. Fijn om zulke mensen te kennen, je voelt je welkom. Ze zijn echt. Je moet ze vaak zoeken met een lampje maar als je ze vindt weet je je welkom. Bedankt mensen.
vrijdag 9 december 2016
Ziek
Vreselijke pijnen in mijn onderbuik zo erg dat ik regelmatig flauwviel. “Beetje spanning” meende de huisarts. In werkelijkheid zat er een groot gezwel in mijn kinderlijf dat begon te bloeden waardoor ik in elkaar zakte en niet meer opstond. Paniek, naar de huisarts met spoed. Op de koude bekleding van de Simca 1000 kwam ik weer bij en pa droeg me de huisartsenpraktijk binnen. “Een griepje” meende de huisarts. Achteraf was het een redelijk stomme huisarts die volgens mij beter een ander beroep had kunnen kiezen. In de tweede kamer als minister of zo, dat komt niet op groot denkwerk aan, volgens mij want het land verkloten en naar de bliksem helpen wat onze voorouders opbouwden is simpel, zelfs Rutte kan het.
Weer naar huis, maar begon te bloeden uit verschillende lichaamsopeningen. Overal bloed en dus weer die stomme huisarts benaderd. Er kwam een andere huisarts die weekenddienst had en die zag het meteen. “Naar het ziekenhuis met spoed want uw zoon is bezig om te gaan hemelen.”
Ik zweefde dagen tussen dood en leven. Rare tijd. Na de operatie waarbij een citroen-groot gezwel uit de twaalfvingerige darm werd verwijderd in Gouda werd ik geel als een chinees. Oogwit geel, huid geel, en jeuk over heel mijn lijf. 15 kilo viel ik af in drie weken. De chirurg (wellicht familie van mijn huisarts) had de operatie verkloot. Dokter Go. Zo was zijn naam. Een chinees volgens mij. Plotseling werd ik steeds zieker en geler en durfde Gouda het niet meer aan. Alles ontstoken, Peter weer buiten bewustzijn in bed.
Naar Utrecht. Daar hoorde ik de artsen onder elkaar mompelen: ”Wij mogen de rotzooi van Gouda weer opknappen.” Maar die rotzooi was ik. Na een maand onderzoeken leek het de artsen handig om middels een lange naald contrastvloeistof in de galblaas te spuiten wat er nooit meer uitkwam. Koorts 40 graden en hoger. Paniek. Midden in de nacht moest er weer geopereerd worden anders zou ik de ochtend niet halen.
Ouders bellen en ja toestemming dus: Hup, weer open, snijden maar. Galblaas er maar uit, lever beschadigt, complexe ingreep, nieuwe verbinding gemaakt tussen lever en twaalfvingerige darm en verdraaid, Peter knapte op. Werd minder geel. Over de ziekenhuisgangen liep een kind van diagonaal met zijn lijf (de littekens in totaal 80 cm) deden pijn en trokken. Maar ik was verliefd op een verpleegster. Ja ik was er vroeg bij. Ze rook zo lekker naar zeep en haar handen waren zo lekker warm als ze mijn pols op kwam nemen.
Inmiddels 3 maanden verder weer thuis met lang haar dat in al die maanden niet geknipt was en een dosis medicatie waar ik de rest van mijn leven niet meer van afkwam. Een prima moment voor mijn ouders om te gaan scheiden. Dat haalt de fut er wel uit. Ma weg (10 jaar niet meer gezien) zussen weg (ook 10 jaar niet meer gezien). Bleef alleen over met pa die om zichzelf te troosten begon om één liter schavuitenwater per dag tot zich te nemen. Daardoor was hij wel wat vrolijker maar sloeg ook harder en ik leerde bukken. Ging bij mijn neef Walter naar de sportschool “de Mooij” op karate en ging op bodybuilding zodat ik ook eens kon terug meppen.
De artsen hadden mij overigens naar huis gezonden met de boodschap dat als ik ouder zou worden (als ik ouder zou worden) dan zou ik last krijgen van al die operatieve ingrepen en dat men hoopte dat de medische kennis dan wellicht toch weer een oplossing kon vinden voor het te komen probleem. Gezellig vooruitzicht. Ik had er zin in…
zaterdag 3 december 2016
Zure zult en kopvlees
Vakantie was niet zozeer op het vliegtuig stappen en naar
warme verre landen gaan. Als je het trof ging je met een tent (later de
caravan) naar een boer en
daar kampeerde je dan. Pa was toen nog een vader
(voor de scheiding) pas later veranderde hij in die kluizenaar die hij daarna
40 jaar lang bleef.
Ome Jaap, de kostganger van oma met het hoedje op. Pa op de
skelter waarmee hij over de heide reed voor de lol. Ikzelf kocht bij Annaars de
oudijzerboer in de Bosweg in Gouda een oude Berini M 21) voor 10 harde
Hollandse guldens en reed er jaren en jaren mee over de Veluwe zonder
verzekering en helm. We noemden ons toen nog geen vrij land, maar we waren het
wel. Nu is het krek andersom. Alles wordt voor je bepaald en doe je niet mee
dan wordt je opgepakt. Dat heet nu vrijheid.
Mijn eerste verliefdheid betrof een heel mooi wezentje in
het dorpswinkeltje. Ik was nog geen tien jaar en dan is verliefdheid veel
krachtiger dan later. Het is meer puur en zuiver. Seks speelde nog geen rol en
ondanks dat ouderen deze liefde dikwijls kalverliefde noemen en er een
geringschatting aan verbinden, meen ik dat het een puurder liefde is.
Ze had lang haar en van die grote amandelogen ach, ik was zo
onwijs verliefd. Tot ik haar aansprak, want ze bleek een behoorlijk dialect te
hebben daar in het dorpje Speuld. Eindelijk al je moed bij elkaar te hebben
geraapt en in het gangpad waar ze de vakken vulde van het winkeltje dat haar
ouders toebehoorde en haar vragen mee te gaan fietsen. Daar was lef voor nodig.
Haar antwoord luidde ongeveer zo:” Ik docht ut nie, oe geat moar elleenig
fietsen heur.”
Mijn eerste blauwtje lopen had ik dus binnen. Ik reeg er een
ketting van die ergens in de la ligt nu. Ben er overigens nog eens terug
geweest een jaar of wat geleden. Herkende haar bijna niet meer. Ze hing met een
enorm sappige bos hout op de toonbank en was veranderd in een enorme matrone
die mij het idee gaf dat ik naar een nieuw deel van Jurassic Park zat te kijken. Haar enorme
armen geleden op lantaarnpalen en haar onderkin had zoveel kopvlees dat je er
met gemak vijf pond zure zult van kon maken. Gelukkig dat ik daar niet aan ben
blijven hangen, stapte ik de winkel uit. Count your blessings niet waar!
Abonneren op:
Posts (Atom)