woensdag 23 november 2016

Plakken en kleverig zoenen (1973)


Het sparen van koffiepunten die met een elastiekje werden gebundeld tot bij de kruidenier, bij de bakker, de bezinepomp, enfin, een eindeloze hoeveelheid zegels en wij kinderen maar likken en plakken.
“Heb je een schone zakdoek bij je?” Ook zo’n kreet die moeder standaard elke morgen in je kinderoor tetterde.

stapeltjes van 25 stuks of meer was hot. Moeder knipte die uit pakken koffiebonen want in die dagen moest je koffie nog met een molen zelf malen. Daar spaarde moeder kop en schotels mee op van D E. Maar ook lepeltjes, koffiepotten, koffiezetapparaten etc. Zegels sparen was vroeger hot. Je likte je te pletter aan al die zegels. Je kreeg overal zegels. Bij de schoenmaker,

Dat waren in die dagen nog heuse katoenen lappen die je in je zak droeg. Vaders lagen er knopen in om dingen niet te vergeten.
Had je een zwerende vinger dan werd je in de Biotex gezet. Warm water, beetje biotex en dan maar weken. Als alternatief voor Soda, men gebruikte met wat voor handen was. Bij de eerste grootgrutter kocht moeder tien blikjes zonder etiket. Ze ging ervan uit dat het leverpastei was voor pa op brood. Maar bij het klaarmaken van het brood dat pa die morgen mee naar zijn werk zou krijgen rook het wel erg vreemd en pa vond het maar smerige zooi. Ma ging op opheldering vragen bij de supermarkt met de woorden: ”Zijn er meer klachten over die blikjes, want die van mij lust het niet en vindt het vies?” Waarop de kassière vroeg: ”Hoe oud is uw poesje dan mevrouw?” Enfin, het bleek kattenvoer en mijn moeder kon natuurlijk niet zeggen dat haar “tijger” 37 jaar was. 


Zo’n kassière sloeg op een reusachtige kassa met heuse drukknoppen alles razendsnel aan. Minstens zo snel als de automatische scanner het nu doet. Zo’n meisje kon alle prijzen van de producten uit haar mooie hoofdje en dat was best knap. Je was als jonge knul vaak verliefd op zo’n mooie jonge bloem achter de kassa en je droomde van een intense kus. Maar je bek plakte nog van al die zegels likken, dus het bleef bij fantaseren.
In die dagen hadden we nog zilveren geld en had een gulden ook daadwerkelijk de waarde van één gulden zilver. Dat was voordat de overheid ons opzadelde met nietswaardig pisbakstaal als munt. Wij gingen dan een gulden wisselen bij de kassa voor tien dubbeltjes want heel vaak zat er een Wilhelmientje bij (oude munt van de koningin voor Beatrix en Juliana, ja dat was Wilhelmina). Mijn zusjes en ik hadden op een gegeven moment 200 wilhelmientjes gespaard in een blikje. Maar pa verkocht ze stiekem aan een antiekhandelaar en wij kinderen vragen ons nu nog af waarom hij dat deed? Pa sleep (repareerde) in die tijd kristal antiek. Hij bouwde van oude wasmachine motoren slijp en polijstmachines die daarna 30 jaar werkeloos in zijn oude lekkende schuur stonden te roesten en door ons de kinderen na zijn overlijden zijn afgevoerd richting de vuilstort. (zie foto)…