zaterdag 22 oktober 2016

De tale Kanaäns


Denk nu niet meteen dat enkel de (noem het) zwaardere gemeenten zich bedienen van een woordgebruik dat derden buitensluit. In alle gemeenten komt het voor.
Overigens vind ik de noemer (zwaar) als het gaat om de maatstaf voor christelijkheid, een volslagen foute. De Here Jezus zegt zelf: Mijn last is licht en Mijn juk is zacht. Wat voor toegevoegde waarde menen wij dan te moeten vinden in de noemer “zwaar” behalve ongezonde trots en ijdelheid!
Als al gezegd kom...
t de taal van Kanaän, ook in de Evangelische, Pinkster en andere richtingen voor. Wij schuilen onder het bloed van Jezus, Heilige Geest raak mij nu aan of Uw naam is als balsem voor het hart, mogen in de oren van de gelovigen duidelijk zijn, voor de ongelovigen is het abracadabra.
Een klein weinig, is meer een kreet uit de Reformatorische hoek of wat te denken van de dubbele predestinatieleer. Prachtige kreten die de buitenstaander met de mond vol tanden laat staan want hij weet niet waar het over gaat. Het blijft niet bij woorden alleen. Wat te denken van de toga? Bijbels? Waar staat het dan dat een dominee een toga aan moet in de Bijbel?
Het klokkengelui, het orgelspel, de preekstoel allemaal zaken die de kerk zijn binnengeslopen en op zichzelf geen enkele spirituele waarde hebben. Het zijn dode materialen. Voor sommige mensen bijna afgoden. Kreeg ooit een brief van een heel boze dame die vond dat ik naar de hel moest omdat ik met een kind op de preekstoel stond op monumentendag en daar een foto van had laten maken door een van de ouderlingen aldaar. Verloren was ik. Een satanskind. Ik hoorde niet op die preekstoel thuis en het kind al helemaal niet. Hoe bekrompen en mismaakt kunnen mensen zijn in hun denken!
Gebruiken, woorden, instrumenten, kleding, allemaal mooi, maar zie het wel in de juiste verhouding. Het zijn op zichzelf slechts onbetekenende zaken die niet meer spiritueels bezitten dan de grijze vuilnisbak. We mogen dankbaar zijn dat wij ze mogen gebruiken (orgel, het kerkgebouw, de toga, de preekstoel etc.) maar voor God zijn ze volkomen waardeloos als het om “geloofsgewicht” gaat. Geloof daarom nooit een dominee als hij wijst naar het gebouw der samenkomst als zijnde het huis van God. Het huis van God dat zijn alle kinderen Gods samen en verder basta. Ik heb het meer geroepen en doe het nogmaals: God wil niet één kinderhartje inruilen voor alle toga’s, kerkgebouwen, preekstoelen en kerkorgels op de hele wereld. Wie anders beweert ken zijn Bijbel en Heer niet…