woensdag 15 juni 2016

De droom


In mijn droom zag ik mensen bezig met het bouwen van hun eigen woning in de hemel. Een vreemde droom, zoveel is waar, maar toch, ik zag het. Het viel mij op dat er nogal verschillen bouwsels waren. Sommige op het oog heel
gewone mensen maakten imposante bouwwerken. Anderen die hier op aarde zo supergeestelijk geleken, werkten aan doorschijnende luchtkastelen die steeds als het lekker opschoot uiteen waaiden.
Ik zag allerhande bouwstijlen van glinsterende Iglohutten die zodra de zon opkwam wegsmolten, tot mensen die met bungalowtenten in de weer waren. Anderen bouwden in het geheel nergens aan, doch hingen wat heen en weer te slingeren in hangmatten. Een heel bekende evangelist waar ik de naam maar niet van onthouden maakte voorzichtig een reusachtig zandkasteel maar de vloed van de glazen zee spoelde hem steeds verder weg. Ik zag groepen mensen uit alle macht proberen hun scheefgezakte bouwsel te stutten met wat voor handen was. Maar veel helpen deed het niet. Met luid gedonder stortte hun krotten in een. Een oude vrouw die nooit in de belangstelling stond, nooit op de radio of op de tv, bouwde al biddend een heus kasteel compleet met slotgracht. Ik vroeg mij af wat hiervan toch allemaal te denken? Toen zag ik Hem staan.
Een man waarvan ik zonder het te behoeven vragen wist dat het de Heer zelf was. Hij vertelde mij dat ieder mens op aarde bouwt aan zijn eeuwige woning. Sommige mensen die op aarde geslaagde christen zijn, blijken hier, als alle sluiers wegvallen geen goede bouwers.

Neem de oude mevrouw daar, zij bidt al heel haar leven voor al de mensen om haar heen in een zuivere oprechtheid die veel christenen die in de spotlights staan overtreft. Andere christenen waar op aarde nogal hoog van opgegeven wordt, blijken geen spijker recht in hun huis te kunnen slaan. Ze bouwen om de verkeerde redenen, hun bouwplan is verkeerd. De liefde ontbreekt bij hen. Ze streven succes na en zichzelf. Over ons heen waaide op een windvlaag van de Geest, een complete bungalowtent. “Ach ja, sprak de Heer, die kampeerders heb je veel. Ze komen en ze gaan. Ze kunnen maar niet kiezen bij wie ze willen horen. Dan weer willen ze mij dienen en even later waaien ze weer over naar de vorst van de duisternis.”

De geluiden van heimachines, gespijker gedreun, omvallende krotten en een scheurend geluid maakte dat ik wakker schrok en dit op papier zette. Een ding was duidelijk. God beoordeelt geheel anders dan wij mensen doen. Wij zien wat voor ogen is, maar Hij ziet het hart aan. Laat ons hart bij alles wat wij doen, zuiver zijn en op Hem gericht, dan bouwen we op zeker…