woensdag 10 juni 2015

Dagboek donderdag

Foto (mijzelf met Jan Zijlstrakaalhoofd) binnen de bewerking. "Heal, heal, heal!"
 
Het regende pijpenstelen toen wij in Leiderdorp aankwamen. Snel naar
binnen vanaf een slecht verlicht zijnde parkeerplaats. Veel mensen in rolstoelen en op krukken. Een beetje knots en kneuzenrally gevoel. De zaal had veel weg van een enorme verbandtrommel. Helderwit met overal tl balken die een hard licht over de plastiek stoelen lieten vallen.

We namen plaats naast twee mannen en ik begroete de man naast mij en stak hem de hand toe. Een beetje vriendelijkheid gaat er wel in, dacht ik. Hij negeerde mij volkomen en gromde als een humeurige niet uitgeslapen beer en draaide mij de rug toe. Was volkomen perplex maar misschien was hij wel een beetje psychisch ziek. Dat zou kunnen toch?

De zaal liep langzaam maar zeker vol en er werden steeds meer rolstoelen binnen gereden. Op het podium dansten drie jongedames in dun satijnen wapperende kleren die op meeslepende muziek een soort aanbiddingsdansjes maakte. Met hun handjes in de lucht en ze keken erbij of ze de Heer reeds zagen naderen al dan niet met vurige paarden.
De man naast mij was vrolijk in gesprek met de persoon naast hem aan de andere kant en ik kreeg het vermoeden dat ik het allemaal verkeerd begrepen had en tikte hem aan en vroeg om het ijs te breken:”Ik kom uit Gouda, waar komt u vandaan?’ Opnieuw keek hij mij aan met een blik vol verachting of ik hem met paardenvijgen had geworpen, gromde en draaide zich weer van mij af. Geen leuk begin.


 De muziek zwol aan, de dames dansten met verheven huppeltjes over het podium en Jan Zijlstra kwam op. Opwekkingsmuziek zong: Wij zijn hier bijeen in Jezus naam en de mensen gingen staan. Ook de man naast mij stak twee handen in de lucht en trok een gezicht of hij honing in de mond kreeg en aanbad met gesloten ogen de Heer. Hij zwijmelde bij het horen van het lied en ik was te verbaast om mee te zingen.

Ik kon niet begrijpen hoe het bestaan kan dat mensen hun hand niet kunnen uitstrekken als de naaste je een hand wil geven maar wel de handen in de lucht om de Heer aan te raken.
Na verschillende liederen, waarbij mensen de eigenaardige gewoonte hadden om her en der neer te vallen op de grond en waar dan direct anderen omheen gingen staan of er beukennootjes te rapen waren op die plek, begon Jan te roepen:”De Heer is hier, de Heer is hier, Hij gaat genezend rond.”
Ik zag Hem niet maar goed, ik zat dan ook achteraan en wellicht liep Hij net voorin de zaal. Dat zou toch kunnen?
Wordt vervolgd