maandag 8 juni 2015

Dagboek dinsdag


De gemeenteleden de voorganger en ikzelf, sjouwen binnen een ochtend de hele container vol vuil. Old Shat zit op een stoeltje in de zon
voor het huis en roept de hele tijd dat hij alles wil bewaren omdat het nog goed is. Maar ja, daar zijn we niet voor gekomen, als het aan hem ligt kan er enkel een leeg blik appelmoes weg. Aanpakken en sussen die man.

 Binnen een mum van tijd is de container gevuld met een onnoemelijke hoeveelheid rommel, welke in de loop der j...
aren door hem is verzameld. “Het is niet te geloven wat die man allemaal dat kleine huisje in heeft gesleept,” zegt een dikke buurvrouw terwijl het oude bankstel van Old shat met een plof in de container verdwijnt. Met enige weemoed in zijn ogen kijkt hij over de rand van de vuilcontainer.
Uit zijn ogen straalt een combinatie van blijdschap, omdat zijn huis nu eindelijk weer eens schoon wordt gemaakt, vermengt met verdriet, omdat de rommel welke hij al die jaren heeft verzameld nu in een dag de vergetelheid in gaat. “Mn spulle, mn spulle,” mompelt hij zacht voor zich uit.
“Ja, aan de kant”, roepen de baptisten onderwijl ze met een koelkast komen aanlopen en vervolgens het verroeste geval met een grote boog de container in jonassen. Ga naast hem staan en vraag hoe het gaat.

Hij draait zich abrupt mijn kant op en een druppel welke onder zijn neus hing valt sissend op het peukje tussen zijn lippen. “Och, ze helpen me met schoonmaken, maar ze gooien zoveel weg wat nog goed is,” zegt hij.
Na de middag zit de container tjokvol en zit Old shat alleen in zijn “opgeruimde” woning. Op de vloer ligt nieuw geel tapijt en er staat een tweedehands eethoekje met daarop een gehaakt kleedje. Old shat lepelt in een pot frambozenvla als ik binnenloop. “Ziet er netjes uit shat,” roep ik!