donderdag 30 april 2015

Liefde


Ester 2:17

De koning had Ester lief boven al de andere vrouwen en zij ontving van hem meer liefde dan de andere maagden.

Ester 2:19: toen voor de tweede maal maagden bijeen werden gebracht voor de koning…

Het Bijbelboek Ester is een raadselachtig boek. Het begint al bij de naam Ester die in de grond: ster, lichtdraagster en (de meest belangrijke) IK verberg Mij, betekent. Dit omdat er van alles in het boek gebeurt waarin de hand van de Schepper aanwezig is, doch nooit wordt genoemd. Nu ja, enkel achterstevoren en in een anagram. Verborgen dus.

Wat mij bevreemd is de zin: De koning had Ester lief boven al de andere vrouwen en zij ontving van hem meer liefde dan de andere maagden.

Liefhebben te midden van talloze vrouwen. Is het woord “liefde” dan nog wel op zijn plaats? Want denk nu niet dat die koning wegkomt met de gedachte dat hij niet sliep met die harem van hem? Natuurlijk deed hij dat. Zo zijn mannen nu eenmaal. Wie anders meent moet naar de dokter.

Maar is dit nu liefhebben en liefde? Ik kan mij vergissen maar het lijkt me eerder lust. Hij vond Ester een lekker ding. Maar liefde, nee, dat is in mijn beleven een verkeerde vorm van vertalen.

Liefde heeft namelijk niet zozeer te maken met lekker vrijen, maar met geven. Met er zijn voor die ander. Je ontfermen over die ander.

Nu kennen wij eigenlijk maar één woord voor liefde en dat is een beetje jammer. Het Grieks kent er wel zeven. Van de Agape liefde, naar de Eros en op het einde de Phileo. Wij zouden zeggen de minste vorm van de liefde, vertaal het met: op iemand gesteld zijn. Allemaal worden ze vertaald met liefde in onze geschriften en dat rammelt een beetje.