zaterdag 22 maart 2014

De Beer is los


Ezechiël 38:1-16 “Het woord des Heren kwam tot mij; Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog,
de grootvorst van Mesech en Tubal: profeteer tegen hem, en zeg: zo zegt de Here Here: zie, ik zal u Gog, grootvorst van Mesech en Tubal! Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger. …..en gij zult optrekken tegen Mijn volk Israël als een wolk die het land bedekt.”

Jarenlang was de Beer (Rusland) in winterslaap maar ze is ontwaakt en hoe! Wie een beetje thuis is in de bijbel, en tot mijn schaamte moet ik bekennen dat er steeds minder bijbelkennis gevonden wordt onder de mensen, beseft dat deze profetie niet anders dan kan slaan op Rusland.

Velen dachten dat de rol van dit land uitgespeeld was binnen de wereldpolitiek, maar zie nu eens aan, de Beer staat weer op zijn poten en schudt zijn stoffig geworden vacht eens flink uit. We zullen er nog flink van horen want dit kan het begin zijn van een tijdsbestek welke als: het laatste der dagen wordt betitteld

dinsdag 18 maart 2014

Dag meneer

Moeder zit voor de televisie en ik loop binnen. Ze kijkt eerst niet op maar even later heeft ze me in de gaten.
“Dag meneer, komt u de melk brengen?”
“Hoi, ma ik ben uw zoon Peter.”
“Ja, hoor dat weet ik toch, en je hebt drie zussen: Astrid, Jolanda en Carla en dan Peter, maar die zie ik niet veel, volgens mij is hij dood, erg hoor.”
“Nee, ma ik ben het, Peter u ziet dat toch wel?”
Ma kijkt vertwijfeld en zucht: ”Heb je een snoepje voor me?”
IK geef haar een reepje waarop ze gaat zitten kauwen of het van hout is, maar volgens mij past haar kunstgebit niet meer zo lekker als vroeger.”
“Zeg hoe lang is mijn zoon nu al dood?”
“Maar ik ben niet dood, u ziet toch dat ik voor u sta?”
“Peter, ben jij het echt?” Ik Had je eerst niet herkend door dat lange haar.”
“Maar ma, ik heb helemaal geen lang haar.”
“Zielig hoor dat hij dood is, arme jongen, hij was zo lief.”

zaterdag 15 maart 2014

Ziek

‘Mama in bed, je voert haar aardbeien omdat ze die graag lust. In gedachten ga je terug, jij als kind met griep in bed en moeder die voor je zorgt.
“Wil je iets drinken Petertje?” Je schudde van neen en had genoeg aan haar liefde. De kamer omhulde je in een cocon van warmte waar de kachel snorde en de fluitketel haar vertrouwde liedje zong. Moeders zachte handen smeerde je kinderborst in met Damp...
o dat je verstopte luchtwegen snel verlichting zou geven. Met een: ”Ga maar even slapen’, zonk je weg in een droomloze slaap waar moeder in de verte met wasgoed en strijkplank doorheen kwam als een vaag zonnetje in de morgen.
Nu is alles anders. Moeder in bed en ik als grijzend, kalend kind van 53 voor het bed. Gesuikerde aardbeien, gaan hap voor hap naar binnen. Het leven is soms een oneerlijk spel, waarin wij als marionetten hangen aan onzichtbare draden. Maar het spel dient gespeeld te worden en dus dansen we mee, want wie tegen de malle molen van het leven ingaat, verliest alle grip.
“Nog een klein hapje, dan is alles op.”

vrijdag 14 maart 2014

Welke dag is het?

“Vrijdag ma.”
‘Oh ja, maar wat ben je lang weggebleven!”
“Ik was er gisteren nog ma, maar u bent dat even vergeten.”
“Oh ja, nu weet ik het weer.”...

“Gaat u zo lekker eten ma?”
“Jaha, lekker hoor, maar wat ik vragen wilde: ”wat voor dag is het nou?”
“Vrijdag ma.”
“Oh ja, en hoe is het nou met je vrouw?”
“Goed ma, ze is aan het werk nu.”
“Oh en de honden dan, zitten die nu alleen?” (de honden zijn al een jaar dood, maar ma wordt verdrietig als ik dat zeg, dus houd ik ze in leven door te zeggen:
“De honden liggen te slapen op de bank.” (ma kijkt tevreden. Op de bank slapen is goed en fijn).
“Oh, en wat voor dag is het nu vandaag?”
“Vrijdag ma.”
‘Oh ja, maar wat ben je lang weggebleven!”
“Ik was er gisteren nog ma, maar u bent dat even vergeten.”
“Oh ja, nu weet ik het weer.”

woensdag 12 maart 2014

Bij moeder

Even bij moeder langs geweest in het verzorgingstehuis waar ze voor het raam in de zon zat te puffen. Toen ik haar zo zag dacht ik: )

maandag 10 maart 2014

Engelen met.....

Vandaag een mijlpaal want in de Sint-janskerk sprak de eerste vrouw sinds eeuwen. Bij mijn weten dan. Wat er
fout ging moet ik nog nagaan maar tijdens de dienst pakte de microfoon plotseling de stem van een vrouwelijke predikant op die elders in een van de kerken in Gouda preekte (volgens mij) het duurde hooguit 1 a 2 seconden maar toch meen ik dat dit een teken kan zijn van omhoog. Hoe het uitgelegd moet worden weet ik niet, maar misschien horen we er tzt meer over.
 
De naakte waarheid.....Een andere vraag die bij mij opkwam was waarom engelen vaak naakt worden afgebeeld? En waarom ze zulke kleine piemeltjes hebben dan? En waarom een engel eigenlijk een piemel (al is het een kleintje) heeft? Hoe zit dat? Geen wonder dat vrouwen naar de macht grijpen als zelfs engelen weer mannen blijken te zijn.....

zondag 9 maart 2014

Zingen

Vrouw in de kerk: ”Gaan jullie nog naar Nederland zingt?”

Ik:” Neen.”

Vrouw in de kerk: ”Waarom niet?”


Ik: ”Waar is de tijd gebleven dat gewoon neen ook een goed antwoord was?”

Vrouw in de kerk: ”Nou ik vraag het maar.”

Ik: ”ja, ik hoorde het en gaf als antwoord: neen.”

Vrouw in de kerk (kijk boos voor zich uit):”Hou je niet van zingen dan?”

Ik: ”Niet zo heel erg, gewoon, net als praten doe ik mee, maar de stilte heeft meer mijn persoonlijke voorkeur als het “houden van betreft.”

Vrouw in de kerk geeft mij op als kandidaat en buigt over mij heen naar mijn vrouw:” Ga jij nog zingen Paula?”

Paula verstaat:” zullen we gaan springen Paula?” en schudt heftig haar hoofd van neen onder het uitroepen van: ”Aan die onzin doe ik niet mee.”

Ik voel niet de onwederstaanbare aandrang om in dit misverstand in te grijpen en laat het zo.

Vrouw in de kerk kijkt nu strak voor zich uit. In haar ogen lees ik een mengeling van verbazing en medelijden met ons.

Ik: ”Mogen we nu nog in de hemel komen denk je?”
Vrouw in de kerk knikt van ja, maar haar ogen zeggen: ”Oh nee daar moet je ook van zingen houden anders kom je er niet in…”

zaterdag 8 maart 2014

Precariorechten op leidingen onder de grond

De gemeenten hebben in hun honger naar geld weer iets nieuws uit de kast weten te trekken: Precariorechten op leidingen onder de grond.

Normaliter vielen deze rechten voor zover ik weer enkel over steigers in de sloot, uithangborden op straat van de winkelier etc. Maar de gemeente meent nu ook te kunnen melken onder de grond. U en ik moeten jaarlijks om te beginnen de man een tientje betalen aan deze volslagen idioterie. Heus er komt een tijd dat elke Nederlander een chip in zijn kont krijgt en voor elke scheet moet dokken onder de naam: Uitstootgassen. Wordt het niet eens de hoogste tijd dat we dat achterlijke in siroopwafelvorm gepresenteerde, vreselijk dure gemeentehuis verkopen en de helft van de abtenaren ontslaan en op deze wijze leren bezuinigen, in plaats van altijd maar weer te blijven melken want er komt een tijd, dan staat alles droog en ben je uitgetrokken….

vrijdag 7 maart 2014

De nonsens van het vagevuur


Nog altijd gelooft Rome aan het vagevuur. Een noodzakelijke loutering, zo noemt de paus het. Dat diezelfde paus ook de
mogelijkheid heeft om een mens uit het vagevuur te rukken en hem of haar van de eerder genoemde noodzakelijke loutering kan ontheffen, spreekt elkander nog al tegen.

We leven in een tijd waarin men nogal van mening is dat de roomkatholieke kerk ook nader tot het waarachtige heil is gekomen! De leugen over het vagevuur wordt weggemoffeld onder de kreet dat we samen op weg moeten met al de “christenen”.

Wat moeten wij dan met de woorden van Johannes de Doper doen toen hij sprak: ”Zie het Lam der wereld dat de zonde der wereld WEGNEEMT? Is het volbracht zijnde werk van koning Jezus dan ten dele? Is er dan altijd nog een vorm van intense noodzakelijke straf, die de gelovigen uit moeten zitten in een vaag vuur? Ik zeg volmondig: ”neen.” Het is een leugen der hel. Zijn offer is voldoende.

Eenwording nastreven ten koste van de waarheid in Christus is in mijn beleven niet de weg. En toch wordt de christen die vasthoudt aan het woord van God en niet wenst te schipperen met de ernst van Zijn offer als fanatiek, niet van deze tijd en als een hopeloos geval gezien. Wel, God is ook niet van deze tijd, en Zijn woord van voor alle tijden. Wie aan dat woord vasthoudt, zal nimmer bedrogen uitkomen…

dinsdag 4 maart 2014

Ik ben bang


Wij leven in een tijd waarin men krampachtig alles wat de naam christelijk draagt onder een gemeenschappelijke
noemer wil bijeen vergaderen. Je mag niet meer beweren dat het Rooms-katholieke geloof in haar fundamenten een onchristelijk geloof is. Een geloof dat zogenaamde heiligen in een waas van mist rondom de Here Jezus plaats. Je mag niet de Bijbel citeren als het om het knielen en aanbidden van beelden gaat.
Je moet er geen ernstige zaak van maken als men Maria voor de Here Jezus plaats. Wij dienen allen als broeders en zusters te omarmen in het geloof en doet men zulks niet, dan wordt men als stoorgeest ervaren. Als lastig, scheurmaker, verstoorder en voor fanatiek versleten.
Ik vraag mij wel eens af hoe lang het nog gaat duren voordat de kerk ook de mormonen en Jehova’s getuigen die de Godheid van Jezus volkomen loochenen, omarmd en tegen haar borst drukt als broeders die slechts een klein beetje anders denken? Ik ben bang in deze tijd waarin men zich zo druk maakt over leegloop in de kerk en maar niet schijnt te beseffen dat zachte heelmeesters verschrikkelijk stinkende wonden maken waar men uiteindelijk aan sterft…

Innerlijk strijden


Sommige momenten gaan te snel. Oud vrouwtje, slof, slof in het grind. De camera om je nek staat uit. Stoppen met de fiets, aanzetten, zit de beschermkap er nog op.
Snel, snel eraf, eraf. Geen tijd meer voor instellingen dus afdrukken maar. Wel leuk. Mevrouw ik wil u op de foto zetten, kan dat? "Nee daer kunne me net aan beginne." Roept het wijfje en weg is ze.....

Eigenlijk behoren wij allemaal een afdruk van Jezus te zijn. Maar laten wij ons maar niet groter voordoen dan wij zijn, we falen. Elke dag opnieuw. Dat is de confrontatie met jezelf vind ik. Elke dag neem je jezelf voor een ideaal plaatje te vormen en toch lukt dat niet. Dat is een redelijke strijd. “Ik ellendig mens,” roept zelfs de apostel Paulus uit. “Wie zal mij van mijzelf verlossen?” Gelukkig komt met de vraag ook het juiste antwoord op deze innerlijke strijd: ”Jezus Christus…”