zondag 29 september 2013

Zeker weten


Wat is zeker in het leven? Die vraag hoor je nog al eens. De dood zeggen veel mensen, iedereen gaat een keer dood en dat is waar. Toch is zelfs dat niet zeker omdat de Bijbel ons leert dat bij de komst van de Heer er sprake is van een overkleed worden met de eeuwigheid zonder eerst te sterven. Het tijdelijke wordt dan verwisseld met de eeuwigheid. Eigenlijk is de enige zekerheid die de mens heeft: de hoop. Deze hoop op genade, vergeving, reiniging van zonden en het eeuwig leven is onze kracht.

Buiten deze hoop is er in mijn beleven zo weinig zekerheid. Misschien beleeft u dat anders, dat mag. Maar ons “zeker weten” rust alleen in deze hoop.

Toch verbaast mij altijd een beetje dat kerken bij de inzegening van nieuwe oudsten en diakenen van hen vraagt of ze het zeker weten dat ze tot dit ambt door God geroepen zijn? Ik zou daar op zijn best op kunnen antwoorden: ”Ja ik hoop het met mijn hele hart.” Maar een “zeker weten” is ons ook in deze niet altijd vergund.

Met de kinderdoop (of je daar nu voor of tegen bent) luidt eenzelfde vraag:” Weten de ouders zeker dat in deze kerk de volkomen en zuivere geloofsleer wordt gebracht?” Het goede antwoord is dan: ”Ja.”

Maar is dat nou wel eerlijk? Hoe dikwijls hebben kerken hun eigen gedachtengoed niet terecht moeten bijstellen? Hoe vaak hebben wij als mens onze eigen kijk op wat Bijbels is niet moeten bijstellen? Is er een “zeker weten” in de wijze waarop wij geloven? Ik zeg volmondig:” Neen. Ik doel hier dus op of er geen menselijke gebreken en zwakheden in ons geloven en het beleven geslopen zijn en niet op of Jezus offer de ware is.

Is er een volkomen zuivere hoop op de verlossing in Christus en is die hoop de zekerheid van onze verlossing?” Ik zeg: ”ja.” Maar haar basis wordt slechts gevonden in de hoop.
Maar wat jammer dat ik in al de kerken die ik heb mogen zien en die allemaal Christus zeggen te volgen ondanks hun verschil in leer, toch nog van haar leden dikwijls geëist wordt als het om sacramenten gaat, dat men de leer van de desbetreffende kerk volkomen als zuiver moet onderschrijven.  Ik zou op zijn best gaan voor de hoop hierop en niet voor het zeker weten, want zeg nou zelf, er is toch niets zeker enkel de hoop op Hem die u nooit zal verlaten.

zaterdag 28 september 2013

“Boete, boete, boete.”


“En dan krijgt u tot zaterdag de gelegenheid om de kamer van uw moeder in huize Gouwestein leeg te ruimen, dan moet het leeg zijn hoor.” Tot zover
de hoofdverpleegkundige mevrouw Pothoff.

Dus wij slepen deze morgen alles naar buiten en lezen de “dreigbrief” van Huize Gouwestein nog eens goed na want op het in gebreken blijven staat hier een zware straf. Is alles schoon? Zijn de kastjes leeg en schoongemaakt? Is de koelkast leeg, schoongemaakt en staat hij uit etc, etc. De gordijnen laten hangen, de vloerbedekking laten liggen, schoon en gestofzuigd etc, etc.

Dus je raast met z’n allen door de kamer van ma en brengt zaken over naar het nieuwe verzorgingstehuis de hanepray, waar op de gang een geur van pasgebakken uitwerpselen hangt. Je gaat de sleutels inleveren aan de balie van huize Gouwestein en de dame die er dienst doet wil deze niet aannemen. Dat moet officieel overhandigd worden aan mevrouw Pothoff en die is er pas woensdag weer. Ik zucht diep en voel de vreemde aandrang om de sleutels eigenhandig bij Pothoff in haar achterwerk te drukken onder het uitroepen van: ”Zo die zit!”

Ik beheers mij, leg de sleutels op de balie en wens de dame een prettige dag. Ze roept nog wat dreigende woorden achter mij aan die klinken als: “Boete, boete, boete.” Maar ik ben al weg en vertreed Pothoff met voeten, voeten, voeten…

P.s: wel erg blij dat Willem de man van zus Jolanda zo onwijs veel heeft willen helpen, zonder hem had het allemaal niet zo goed en snel gelukt. Top!!!!

vrijdag 27 september 2013

Verstoppertje met God

Stond om zes uur op, kon niet meer slapen. Vandaag de laatste loodjes in de verhuizing van ma die nog altijd meent dood te gaan.
Gelukkig regent het niet want meestal krijg je die zegen na van boven alsof de Heer met een reusachtige wijwaterkwast even staat te schudden. De hond kan bijna niet meer lopen en poept en piest waar hij staat. Lastig wat je er mee aan moet. “Spuitje,” roepen de kennissen maar het is hun diertje niet. We kijken het nog even aan. Soms wordt een mens extra stilgezet bij de vergankelijkheid van het leven. We zijn allemaal tenslotte maar een damp die er even is en dan verdwijnt. Voor velen is het leven een speeltuin, een kermis, maar de bijbel leert dat wij op de aarde zijn om ons door God te laten vinden. Verstop u dus niet!

donderdag 26 september 2013

Gehandicapt of niet?

Op de markt bij
Juules werken gehandicapte jongeren. Ik mag graag een praatje met ze maken en altijd als ik dat doe, heb ik het idee dat dit de mens is zoals hij behoort te zijn. Misschien vindt u dat gek, dat moet dan maar! Ze lachen veel, ze schelden niet op elkaar en zeiken elkander niet af. Ze zijn mensenmens. Zouden wij voor de zondeval allemaal een syndroom hebben gehad dat nu als de ziekte van down aan de man gebracht wordt? Pas later werden we "normaal" en ging het echt mis...

woensdag 25 september 2013

Doodgaan


Vanmorgen met z’n vieren ma overgebracht naar het nieuwe verpleeghuis. Op de gang gilde nog altijd met dierlijke stem het oude demente vrouwtje:”Arggggg, zuster, zuster.” Niet leuk als je daar de hele dag naar moet luisteren!
De zuster die de intake deed verzekerde dat ze haar nooit in de nacht had horen gillen, gevolgd door de opmerking dat het vanavond haar eerste avond was op deze afdeling. Kan aan mij liggen maar klinkt vreemd want hoe weet ze dan dat het oude wijfje in de nacht niet gilt?

In de avond nog even terug en ma ligt in bed en peutert kauwgum van haar gebit dat een van mijn zussen heeft gegeven. “Ik ga dood wedden?” Roept ma. “Ik heb nog geen eten gehad ook!” Op mijn vragen zeggen de verpleegsters dat ma wel degelijk gegeten heeft maar als ze meer wilt, brood en beleg staan er. “Wilt u een boterham met kaas ma?” “Neen geen trek!” Ik open een pak pitjeskaas en ma eet er drie plakken van op, zonder tanden omdat ik die met veel gemier kauwgum loos probeer te krijgen onder de kraan.

“Zijn de meiden nog geweest, vraag ik?” “Neen, geen hond gezien en ik ga dood, wedden?” Waarom gaat u dood dan?” Omdat ik al in een kist lig, niet in een kamer want er hangt niets aan de muren.” “We komen snel wat ophangen, heus.” “En toch ga ik dood.” “ Maar eerst vreet ik een paar plakken kaas op, dan laten jullie mij maar zakken.”

Op de gang is het stil, geen: ”Zuster, zuster.” Dat is wel fijn.

dinsdag 24 september 2013

Windgat

Mevrouw achter de balie van het nieuwe verpleeghuis:" Ehh mevrouw Hofstede, kamer 8 op de 3e etage zegt u? Neen hoor mevrouw spoeppoeroeppoe woont daar al."
 
Ik: "maar gisteren belde men van dit tehuis dat ze kamer 8 zou krijgen en morgen wordt verwacht om half elf."

 
Mevrouw achter balie:"Rommelt met de telefoon en zucht diep,"Ja met mij, weten jullie iets van mevrouw, eh, eh, hoe heet ze ook weer?" "Hofstede,"roep ik.
"Oh ja Hofstede op kamer 8 ligt toch mevrouw spoeppoeroeppoe?" "Oh jullie weten het niet?" Ze begint heftig een ander nummer in te toetsen.
 
"Ja Nellie met mij, weet jij iets van kamer 8 verhuren aan mevrouw, eh, eh, eh..."HOFSTEDE!" Brul ik over de gang.
 
" Nellie komt u zo halen, zucht ze."
 
Even later komt een erg dikke vrouw de gang op waggelen die zo moeilijk loopt dat ik haar als patient per direct zou opnemen, met spoed. Het blijkt Nellie.
 
Ik leg haar een en ander uit en met de lift zoeven we naar de 3e etage kamer 8 die leeg is, geen mevrouw spoeppoeroeppoe . "Dus uw moeder kan er morgen in, is prima." Zegt Nellie.
 
De kamer is kleiner dan ze nu heeft, maar mooi, schoon en fonkelnieuw. Op de gang hoor ik een oud wijfje schreeuwen:"zuster, zuster, ZUSSSSTERRR!!!' "Wat is er dan liefje, vraagt Nellie?" "Ik heb een groot windgat!" Ik ben maar snel weggegaan.....

maandag 23 september 2013

Rijker stinkerd


In de kerk is het zo druk dat er veel stoelen buitenom geplaatst zijn. Op de vloer zien we waar ooit de rijken, en “geestelijken” in de kerk begraven lagen,
wat vaak ging meuren, waar de uitdrukking “rijke stinkerd” zijn oorsprong in heeft. In veel kerkgebouwen liggen de meest “geestelijken” vlakbij het altaar, wat het katholieke gedachtegoed duidelijk maakt, waar niet de preekstoel (het woord) doch het altaar centraal staat.
Men meende dat dichter bij het altaar, dichter bij God was. Onnodig te zeggen dat de kerken door al deze overledenen vaak stonken. Doch omdat het een goede handel was om graven aan de rijken te verhandelen, werd er in de middeleeuwen al geschud om ruimte te maken voor nieuwe overledenen. De inkomsten kwamen uiteraard ten goede aan de kerk. De noemer “het huis van God”, is afgeleid van de tempel in Israël waar de Here ooit in neerdaalde.
Overledenen begraven in de tempel was ondenkbaar maar, geld stinkt niet dus hier in de kerken kneep de Here blijkbaar een oogje en de heilige neus toe. Typisch menselijk om een dergelijke door mensenhanden gemaakt gebouw een afgodisch trekje te geven. Laten we nou afspreken de Bijbel te geloven die glashelder zegt: God de Heer woont niet in tempels/kerken die door mensen zijn gebouwd. We moeten niet gaan fantaseren, liegen en onzin verkopen!


Het kerkgebouw is derhalve op zijn best een stuk zegen om samen te komen, een gebouw met historische waarde en een plek om je op God te richten en tot elkander, doch dat laatste kan overal en is geen gebouw voor van node.
 
 

Geflodder


“Ik heb niets, alles is gestolen, ik heb geen eten, geen huis en honger.”

“Je krijgt zo een broodje ham van me, als de bidstond is afgelopen, we zijn even bezig en hebben straks een gezamenlijke maaltijd dus kan je aanschuiven.”

“Oké, maar morgen heb ik weer honger en hoe moet dat dan, ik rammel nu ook al, kan ik niet vast een paar broodjes krijgen?”

Dus je haalt wat te eten voor haar en geeft haar een paar knaken voor morgen en het gevoel bekruipt je ergers in de maling te worden genomen, want ze ziet er dikker en welvarender uit dan menigeen en heeft een vetlaag waar een grizzlybeer een redelijke winterslaap op zou kunnen houden van zes maanden.

De vraag komt op of liefdadigheid vaak ook niet in de behoefte van de gever voorziet? Kopen we vaak ons schuldgevoel welke zijn wortels heeft in onze rijkdom, niet een beetje af met her en der wat liefdadigheid? Ik ken zendelingen die al 12 jaar werkzaam zijn in buitenland en een miljoen hebben gekost aan onderhoudskosten maar er is aldaar nog niemand tot geloof gekomen. Voorziet een dergelijk echtpaar misschien in een zelfde soort behoefte waarmee ik deze ma Flodder afkocht?

zondag 22 september 2013

De sintjan Gouda


Een mooiere kerk als de Sintjan is er in heel Nederland dacht ik niet te vinden. Echt de moeite waard om zomaar eens een
kijkje te komen nemen. Op veel dagen is de toren te beklimmen en heeft men een fraai uitzicht over Gouda. Het interieur is erg mooi enkel zitten er deurtjes in de kerkbanken omdat sommige mensen bang zijn eruit te vallen vanwege het woord Gods dat hier klinkt wellicht. Die deurtjes sluiten niet allen goed en als er een kind tegenaan leunt vliegen er tijdens de dienst altijd wel een paar open die weer met een dreun gesloten worden (soms wel tien keer per dienst). Ik zou dit als meubelmaker wel op willen lossen maar in dit monument mag je pas aan het meubilair zitten als je zelf 100 jaar bent of liever fossiel.....
Wat opvalt is dat de toeristen wel vaak interesse hebben in het gebouw, maar de Heer die hierin aanbeden wordt niet zoeken. Toch gaat er een getuigenis uit van dergelijke bouwwerken en ook ik geniet ervan met volle teugen enkel moeten wij wel beseffen, dat al deze pracht en praal voor ware Godsdienst, geen stuiver waard is als het gaat om onze redding. God kan net zo goed en heilig aanbeden worden in een tent, maar dat neemt niet weg dat het als zegen mag worden ervaren hier samen te komen, nu men de papen eruit heeft geknuppeld. Wat zijn wij weer liefdevol onder elkander, ehh... 

vrijdag 20 september 2013

Volledig body scan


Volledig body scan, nu 1550 euro, kopt een tekst op een van de websites die gezondheid en een lang en gelukkig leven promoten. De maakbaarheid van het leven ten top. Wij hebben ons eigen leven volledig onder controle waar mogelijk.
Zit er een zekere gen in de familie die in de toekomst voor borstkanker kan zorgen dan moeten de borsten er maar aan geloven. Er wordt weinig of geen rekening meer gehouden met God als degene die ons leven in Zijn handen heeft. We hebben in ons vuistje gelachen om zoveel domheid als sommige christelijke stromingen die als zwaar worden bestempeld, ten toon hebben gespreid als het ging over vaccinatie. Onnodig te zeggen dat wij ons verstand niet moeten uitschakelen als het over geloof gaat en onze verantwoording hierin moeten nemen. Maar ergens heb ik het gevoel dat we te ver aan het doorslaan zijn. Dat we te veel menen invloed uit te kunnen oefenen op onze levensweg zonder rekening te houden dat onze levensdagen door God reeds bepaald zijn. Nu lijkt het erop dat wij zelf kunnen bepalen hoelang we zullen leven en waaraan wij ooit zullen sterven. Vreemd eigenlijk dat er nog geen christelijke stroming is die meent dat Jezus offer ook voorzien heeft in ons sterven. Dat een waar christen eigenlijk niet dood hoeft en als hij maar genoeg geloof heeft op aarde gewoon kan blijven leven. Hij heeft immers onze ziekten gedragen dus waarom daar dan toch ooit aan overlijden? Massa’s christenen geloven dat een waar kind van God niet ziek behoeft te zijn, maar uiteindelijk overlijden ze allemaal aan een of andere kwaal, wat maar aangeeft dat wat zij geloofden uiteindelijk toch niet waar bleek. Maar dat is van later zorg.

donderdag 19 september 2013

Rust roest


Bij mijn rondje wandelen, wat ik elke avond na het eten doe om op gewicht te blijven, nam ik halverwege even plaats op het bakje voor de begraafplaats. Er reed al snel een auto voor waar een man in joggingkledij uitstapte
met onder zijn armen een bosje bloemen. Voor moeder, voor zijn vrouw, zijn kind? Ik wist het niet maar hij ging in ieder geval naar een graf. Hoe gaat dat nou bij crematie? Heb je bij die urn nou ook het gevoel van: ”Hoi ma, hoe is het met je en lig je lekker?” Het klinkt mij vreemd in de oren als ik eerlijk ben. In Nederland heeft men weinig respect voor het lichaam en is het de tendens geworden om er na het overlijden de brand in te steken. Maar een plekje om naar terug te gaan voor nabestaanden, is er dan niet. Hoewel die tien jaar dat een lichaam mag rusten in een graf ook typisch iets in van de moderne tijd. Alles draait tenslotte om het leven. Als je leeft heb je ruimte nodig. Woningruimte, een werkruimte, ruimte binnen je huwelijk voor je hobby, ruimte in de kerk om jezelf te zijn etc. Maar iemand die dood is, krijgt slechts drie vierkante meter voor tien jaar en dan moet het maar eens afgelopen zijn met dat rusten. De schep gaat er weer in en de boel wordt geschud. Alleen als je Moslim bent, dan mag je wel blijven liggen. Discriminatie? Hoe bedoelt u?
Ik ontwaakte uit mijn mijmering toen de jogger zonder bloemen over het knerpende grind aan kwam rennen. Vlug, naar huis naar zijn eigen plekje, zolang je het mag bezitten! Gelukkig weten wij dat kinderen Gods een eigen plekje hebben in het Vaderhuis van God.

maandag 16 september 2013

Behoef je altijd zin te hebben om naar de kerk te gaan?


Wij hadden vroeger een voorganger die elke zondag de tekst uit het oude testament voorlas die gaat over het opgaan naar Gods huis met vreugde. Dus vond deze man dat je als christen met veel plezier naar de kerk behoorde te komen.
Een logische beredenering enkel is de kerk Gods huis niet maar uw en mijn hart de plek waar God wonen wil. Dat wil niet zeggen dat een gebouw om samen te komen geen zegen is van de Heer, maar die plek op zichzelf is niets heiliger dan de aangrenzende pisbak naast de kerk, die ook in hoge noden kan voorzien, hoewel van een andere orde.

Maar even terug naar de samenkomsten en het opgaan met vreugde. Ik zeg heel eerlijk dat ik soms helemaal geen zin heb om te gaan. Ik wil dan nog lekker in het warme bed blijven, een zachtgekookt eitje eten later en uit het raam naar de buren kijken die behoed naar de kerk gaan. Maar toch ga ik. Weet je waarom? Omdat het vaak zo is dat als je er eenmaal bent, je toch dankbaar en blij wordt.

Precies als met je normale werk. Daar heb je toch ook vaak geen zin in, maar ben je er eenmaal dan komt de zin vanzelf. Of met sport. Ik wandel elke avond een uur, maar denkt nou niet dat ik altijd denk: ha fijn het regent ik ga op pad. Maar toch als je dan thuiskomt ben je blij. Zo ervaar ik de kerkgang ook vaak.

Ik denk dat veel mensen dit wel zullen herkennen want moeten Godsdienstige oefeningen per definitie fijn zijn? Of mag er ook van ons verwacht worden als onze pet er eens niet naar staat, dat we dan toch de discipline opbrengen om te gaan?

zondag 15 september 2013

Alleen in de kerk


Ik zat ooit naast een vrouw in de kerk waar ik nieuw was, die nooit een woord tegen mij sprak. Je hebt stille geesten en de Bijbel prijst Maria om een dergelijke houding, dus ik had er vrede mee. Bevreemde mij wel een beetje, want ik ben zelf gewend om nieuwe mensen een beetje te helpen en een vriendelijk woord doet veel goed.
Als je dat al niet wilt doen, dan heb je in mijn beleven weinig geleerd in de kerk. Maar de weken gingen voorbij en elke week zat ik naast haar en mocht mijzelf al als een hele piet beschouwen als ze op mijn: “goedemorgen” een karig knikje gaf. Probeerde haar nog door het voeren van pepermunten gunstig te stemmen want als het moet, trek ik alle rollen…eh registers open, het mocht niet baten. Ze bleef zwijgend voor zich uit zitten staren en ik berustte ik haar zwijgen. Ieder zijn gebrek niet waar! Tot ik mee mocht maken dat de domineesvrouw naast haar plaatsnam en ze honderd uit begon te kletsen. Zelfs tijdens de dienst werden er nog woorden gewisseld en gegiebeld.

Pas toen begreep ik dat ik duidelijk te maken had met een modern staaltje: mene mene tekel upharsin. Er bestaan mensen die hun hele leven al ter kerke gaan en die je nog altijd een gevoel van volkomen afwijzing geven. Laten we bidden voor deze verbitterde zielen, want ze hebben nog altijd niet begrepen waar de liefde nu eigenlijk voor staat…

zaterdag 14 september 2013

Sober


Ik ben dol op kerkgebouwen die sober zijn. Goed de Sint-Jan is verre van sober, maar er hangt wel een serene sfeer die aldaar gekoesterd wordt. Zet er een podium in, zet een aantal elektrische gitaren aan, plaats een glimmend
drumstel of hang en beamer op en projecteer de liederen en de sfeer is compleet stuk (voor mij). Ik houd van een oud liederenboekje in mijn hand, de geur van boenwas die ontstijgt uit het oude meubilair, het licht dat gefilterd door de ontelbare ruitjes binnenvalt. Het creëert een sfeer waarin je vanzelf stil wordt. Waarbij je automatisch je begint te richten op de grote vragen van het leven en op God zelf. Desondanks ben ik niet tegen veranderingen in de kerk, als ze maar harmoniëren met de bestaande sfeer. Maar dat gevoel, zijn de meeste mensen helaas kwijt. Men heeft in onze tijd vol moderne snufjes waarin elk moment in onze broekzak een mobieltje begint te vibreren, een sms’je binnenrolt, een whatsappje om aandacht vraagt, het serene ingeruild voor het  "praktische".

Daarom haat ik de beamer, kan niet tegen het drumstel in de kerk of het gejammer van elektrische gitaren. Niet omdat het foute instrumenten of hulpmiddelen zijn, maar omdat ze en dissonantie vormen binnen de sfeer die ik als zeer kostbaar beschouw. Ik houd echter van de vanille achtige geur van de papieren zangbundel, het onverzetbare van de houten kerkbanken, de geruisloze collectezakjes en de schemersfeer die automatisch een soort devotie wekt. Het zal wel aan mij liggen maar gun me deze “afwijking”.

vrijdag 13 september 2013

Tommy hilfiger en bezuinigen


In de Kringloopwinkel waar ik altijd kom, neus ik elke week tussen de kleren. Een nieuw colbertje koop ik al tien jaar niet meer, ik vind gewoon een hagelnieuwe voor een schijntje van de prijs in deze winkel. En denk nou niet dat het afgetrapte rommel is want een paar
maanden geleden een gloednieuw colbertje Tommy hilfiger ( a 300 euro) voor 5 euro. Gisteren trof ik een ribfluwelen jasje van het merk GANT. Die kost dus gewoon 400 europieten en ik had hem nieuw aan het knaapje voor 7.50.  Kijk dat vind ik nou leuk. Geloof mij, in ongedragen staat. Kocht ik er via internet bij de hoedenwinkel een maffe pet bij( model Prins Heinrich) en ik ben weer het mannetje alla geen dertien in een dozijn.

Men heeft het wel over de economische crisis en dat er zoveel minder te besteden is, maar ik ken niemand die ook dit jaar niet gewoon lekker op vakantie is gegaan. Ik ken niemand die zijn auto heeft weggedaan. Laten we dus maar eerlijk zijn dat we nog altijd erg gezegende mensen zijn. Wat mijn kopen in de kringloop betreft zegt men wel eens:” maar dat behoef jij toch in het geheel niet te doen, geef toch gewoon uit je poen.” Wel zuinigheid mag dan geen Bijbelse gave van de Geest zijn, ik schat haar wel hoog in. Zolang het maar geen gierigheid wordt! Iedereen die niet te eten heeft kan bij mij derhalve mee komen eten, als je maar niet stinkt.

Even een foto gemaakt van mijn nieuwe outfit…

donderdag 12 september 2013

Afvallen is doodsimpel


Niemand van jullie hecht toch enige vorm van waarde aan al die tover of wondermiddelen die overal te koop zijn! Ik bedoel dat je echt uit een ei komt als je daar geld aan uit gaat geven want natuurlijk is het de grootst mogelijke onzin, die middelen. Waar het slechts op aankomt is onze wil. Wil je echt afvallen dan is het echt niet
zo moeilijk als men mij altijd voorhield. De eerste dagen vliegt het eraf en motiveert je om door te gaan. Ik zit nu op mijn streefgewicht van 93 kilo. Dat is dus twaalf kilo vet weggewerkt in zes weken tijd. Hoe? Nou simpel, minder eten! In combinatie met meer bewegen. De rollen op mijn heupen, het buikje, ach heerlijk ze zijn weggesmolten als sneeuw voor de zon.

Mijn dieet was niet streng, maar wel efficient. (je leest het in de oudere berichten). Er treedt een zekere gewenning op bij minder eten. Na een paar weken lijkt het wel of het lichaam een geheel nieuw ritme heeft gevonden. Ging ik zes weken geleden met een lege maag slapen dan werd ik gek in bed. Ik voelde me naar als ik niet even voor het naar bed gaan nog een bakje vla, een handje nootjes of wat chips naar binnen werkte. Werd zelfs vaak met hoofdpijn wakker als ik dat niet deed. Maar nu ik doorgezet heb is dit ook veranderd. Mijn lichaam lijkt er niet meer om te vragen en mijn geest vindt genoegen in het besef dat ik heel simpel met wat wilskracht op mijn streefgewicht ben aangekomen. Het spijt mij dat ik het moet mededelen maar afvallen is simpel. Al die praatjes over dat het zo moeilijk is, blijken uitvluchten, tekenen van zwakheid en de ruggengraat van een kwal symptomen.

Iedereen bedankt voor jullie positieve geluiden en reacties. Mijn schema nu is: elke dag een uurtje lopen, elke dag een uurtje fietsen (bovenop je normale dagelijkse bewegingen/werk, geen frisdrank maar bronwater met bubbels, geen zoete vla maar yoghurt als toetje en voor het slapengaan een appel of wat ander fruit. Eet verder matig (4 boterhammen met beleg en twee glazen melk en een normaal portie warm eten). Mijn twee glazen wijn per dag nuttig ik ook nog met vreugde.

woensdag 11 september 2013

Aardbeien en drop


Al duizend keer te horen gekregen dat moeder geen snoep meer mag worden gegeven omdat ze dan haar bed bevuilt. Dus daar houdt een mens zich aan omdat het extra werk geeft voor de verpleging, het is niet leuk om je bed te bevuilen, moeder krijgt er doorligplekken van, het stinkt,
de verpleging gaat moeder als lastige vrouw ervaren en men haalt moeder niet meer uit bed omdat verschonen in bed iets eenvoudiger is dan als iemand in een rolstoel zit en “gas geeft met remsporen”.

Dus neem ik al maanden i.p.v. snoep fruit mee, wat wel mag en waar ma geen spuitpoep van krijgt. Wat aardbeien, een banaan, wat mandarijntjes enfin, de lijst met alternatieven is groot zat. Maar moeder blijft maar onzindelijk tot ergernis van het personeel dat steen en been klaagt omdat men blijft volhouden dat er mensen zijn die moeder toch drop geven wat er in vloeibare vorm weer uitkomt met alle gevolgen van dien.

Toen ik vandaag met mijn bakje aardbeien de gang opliep naar moeders kamer, liep mijn oudste zus Astrid over de gang en riep: ”ma is misselijk, ma is misselijk en de verpleging komt maar niet ondanks ik op het knopje gedrukt heb.

Ik liep de kamer binnen met de vraag in mijn achterhoofd hoe het kwam dat ma misselijk was en ontwaarde een enorme hand drop op haar kastje waar ma ondanks haar misselijkheid op zat te kauwen. Astrid vertrok toen ma geen verdere blijk van misselijkheid te kennen gaf en toen ze wegwas kwam de verpleging met de vraag: ”u had gebeld? Meteen blies ma een enorme wind weg en poepte alles onder. Bedankt Astrid echt heel tof weer!

zondag 8 september 2013

De dakloze


Vroeger hoorde ik de meester (toen noemde je de leraar nog meester in plaats van Piet) graag verhalen vertellen over de zwervers die onder de bruggen van Parijs hun wijntje dronken en er in kartonnen dozen sliepen. Spannend was dat en mysterieus.

Toen ik deze week langs de mallegatbrug in Gouda liep en een schip dat in de IJssel dreef op de foto wilde zetten, kroop ik langs de sluis wat treden omlaag en vond een slapende man. Naast hem vuilnis van weken dus ik kan mij niet losmaken van de gedachte dat hij er al veel langer zijn slaapplaats heeft.

Je vraagt je dan af welk een verhaal er achter zo’n man zit? Hoe komt hij zover? Heeft hij geen thuis? Is het niet wat koud in de winter? Een heel scala van vragen borrelt binnen een seconde in je op en plotseling is er te midden van al die vragen ook een overeenkomst. Hoe zit het met ons thuis? Bedoel niet het korte verblijf op aarde maar als de eeuwigheid aanbreekt. Is er dan een thuis voor ons? Een plek om warmte te vinden?

Er gebeurt van alles in ons leven. Liefde, pijn, vreugde, ziekte, voorspoed en tegenslag zullen ons deel zijn op deze aarde. Genoeg redenen om je ontheemd te voelen. Genoeg redenen om je kont tegen de kribbe te gooien. Maar in die kribbe ligt de enige sleutel om ons eeuwig thuis binnen te gaan. Verliezen we die, dan verliezen we eigenlijk alles! Dan zijn we daklozer en verlorener dan welke zwerver ook. Denk daar eens aan als je op een dakloze stuit. Dat je niet alleen terug gaat naar die plek om een warm deken te brengen en wellicht een gesprekje of meer, maar dat je in de ogen van de mens onder de brug ook jezelf beschouwt in het licht van de kribbe waartegen je oh zo gemakkelijk om tal van redenen je kont hebt gesmeten.

Appelstroop en ander bedrog


Ik mag graag een potje eten en smeer het dus met regelmaat op mijn bruine boterhammen. “Lekker die appelstroop,” zegt mijn vrouw dikwijls waarop ik immer terugzeg: “het is niet zozeer van appels maar van suikerbieten gemaakt.”

Gemaakt van beetwortelsap, staat er mysterieus op de verpakking en oh ja er zit ook een vleugje appelsap doorheen, voor de smaak neem ik aan. Eigenlijk zou de naam: ”Suikerbietensiroop” een veel betere zijn, maar ja, wie eet er nu zonder oorlog suikerbieten?

De naam van die potjes wordt niet echt gedekt door de inhoud, me dunkt. Hoe zit dat eigenlijk met de naam “christen” die u en ik dragen? Dekt deze naam de inhoud? Bent u inhoudelijk bestaande uit de wortel Davids of zit die andere vrucht waar de paradijsvloek door loskwam nog in uw aarden vat?

Veel mensen denken dat als ze naar de kerk gaan ze een christen zijn (geworden). Het is een veronderstelling die redelijk dicht zit bij de gedachte dat als je maar vaak genoeg naar de Hema gaat, je vanzelf een rookworst wordt.

De Bijbel zegt: ”onderzoek uzelf of u (nog) wel in Christus bent!” Enige voorzichtigheid is derhalve op zijn plaats. Christus is niet zoals ik wel eens op een EO jongeren dag zag op spandoeken enkel je vriend. Hij is je Heer, je Heiland, je Schepper, je Redder, je Verlosser en je Koning. Laten we derhalve ons niet blindstaren op de schoonheid van het kerkgebouw al dan niet met gebrandschilderde ramen en een hoge toren. God woont niet in gebouwen die met mensenhanden tot stand zijn gekomen. God woont in mensenharten. Als we Hem tenminste tot het einde toe volgen willen. Denk niet: God houdt me ondanks alles toch wel vast want we kunnen het heil verliezen. Anders zou het schrappen van de namen uit het boek des levens een leugen zijn.

donderdag 5 september 2013

Al het vet is voor de Here


Een bekend grapje als het gaat om te dik zijn. Nu ik ruim 10 kilo vet kwijt ben, voel ik me stukken beter. Je hijgt niet meer als een pony bij het traplopen en in combi met het definitief afleggen van mijn sigaartje toch een stukje overwinningsgevoel.

Afgelopen nacht een redelijke strijd op mijn legerstede. Niet zozeer met een geloofsvraag, maar wederom met een mug. Klein beginnen niet! Sommige mensen maken van een mug weer een olifant dus nou niet gelijk neerkijken op mijn strijd afgelopen nacht. Er blijkt toch nog een klein gaatje onder de voordeur waar de muggen onderdoor dansen. Ergens zit er veel overeenkomst tussen muggen en de duiveltjes die ook door de kleinste gaatjes in onze wapenuitrusting heen glippen.

De Bijbel leert dat het vaak de kleine vosjes zijn die de wijngaard bederven. Hoe herkenbaar is dat! Toen ik net christen was meende ik dat de duivel wel met groot geschut zou komen om mijn vers bekeerde hart te ondermijnen. Maar zo werkt hij dus niet. Meestal gaat hij te werk met heel veel kleine irritaties die ons uiteindelijk af kunnen houden van het heil.

Op je werk, in je thuissituatie, je lastige man of vrouw, je financiële voorspoed die wat taant de laatste tijd, de overburen die tot laat in de avond feestjes geven, je kleine lichamelijke ongemakken of andere op zich kleine dingen die je uiteindelijk toch uit balans kunnen brengen.

Misschien verwachten we de duivels te veel als enorme aanvechtingen en komen ze maar al te vaak in kleine duveltjes die ons geloofsleven langzaam maar zeker toch ondermijnen.

dinsdag 3 september 2013

Kerken en wasserettes


De laatste wasserette van Gouda. Niet echt een schone zaak, hoewel je van een wasserette anders zou vermoeden. Her en der lagen oude en zeker niet gewassen kleren op de grond en dotten
zeeppoeder die al jaren aangekoekt onlosmakelijk met de vloer verenigd waren tot een symbiose van gladheid. Toen ik er wat rondhing gewapend met de fotocamera, zag ik een sterke overeenkomst met de kerk. Wij verwachten wellicht dat de kerk, die zondag aan zondag u en mij wijst op het reinigende bloed van Jezus, smetteloos schoon is. Maar dat is ze niet! Dan kan ze ook niet zijn. De kerk is niet een plek vol nette smetteloze mensen. Het is een plek vol zondaars die samenkomen in het besef dat ze Gods reiniging, noem het vergeving, hard nodig hebben. De kreet die ongelovigen nogal eens uiten als ze horen dat jij naar de kerk gaat en klinkt als: ”hier daar gaat die vrome ook weer met zijn uitgestreken gezicht,” is derhalve een misvatting. Gelovige mensen gaan niet naar de kerk omdat ze zich beter voelen dan anderen, ze gaan omdat ze juist tot het besef zijn gekomen dat ze een smerig leven zouden hebben zonder dat ze in het waterbad van Gods woord gewassen worden.
De kerk zelf mag daarom best sporen dragen van al dat af gewassen vuil. Me dunkt….

zondag 1 september 2013

Bijbelse vaagheden


In de Bijbel komen we nogal eens zaken voor, die ik een beetje vreemd vind omdat ze nogal bijzondere gevolgen hebben. Ik noem het vaagheden. Petrus ziet een kleed uit de hemel nederdalen met daarin allerhande dieren die hij als Jood niet mocht eten. God wilde hem duidelijk maken dat Petrus vanaf nu niemand onrein mocht achten ook de heidense volkeren niet.

Paulus krijgt in een droom of visioen een man te zien die hem wenkt om over te varen en bij het ontwaken, maakt hij daaruit op dat God hem wellicht roept om in de boot te stappen en over te varen om daar het evangelie te brengen. Allemaal mooi en goed, maar de gevolgen van dergelijke vaagheden zijn dagelijks in de charismatische gemeente orde van de dag.

“Ik zie een pot kersen op zware siroop, ”jubelde een dame die ik normaal altijd voor vol had aangezien. De Heer zegt mij dat u alles een dergelijk heerlijke kers voor Hem bent op de zoete siroop van de Heilige Geest.”

“Ik zie een pan vol ballen gehakt en God leert mij dat u allen een bal gehakt bent en ehhh” (spreker verslikt zich even omdat hij ook het dubbele van zijn woorden nu beseft en sluit dan af met) u bent ook een zalige geur voor de Heer.”

“Ik zie een bos met bloemen die een zoete geur vol nectar verspreidt,” begint dame nummer twee. “De Heer maakt mij duidelijk dat u allen zo’n prachtige bloem bent die het huis van God opfleurt.”

Zomaar wat vaagheden die het gevolg zijn van Bijbelse gegevens waar zekere mensen als een soort dokter oeter mee omgaan in de keuken van hun (on) geestelijkheid.

Moeten we nou die kant op of maken wij ons dan niet schuldig aan het ijdel verbinden van Gods naam aan onze vaagheden?